Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1407
Vragen van het lid Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) over een mogelijke «doorstart» van de Inlichtingendienst Buitenland. (Ingezonden 26 mei 1997)
1
Werkt uw ministerie, in samenwerking met andere ministeries, aan de «doorstart» van de in 1994 op geheven Inlichtingendienst Buitenland (IDB)?1
2
Is een aantal ex-IDB-ers per brief gevraagd om bij de «IDB nieuwe stijl» te solliciteren? Zo ja, om hoeveel ex-IDB-ers gaat het? Waarom worden juist zij gevraagd voor de nieuwe dienst te komen?
3
Indien er sprake is van een dergelijk wetsvoorstel, hoe is het mogelijk dat de werving van spionnen gestart is voordat de Kamer heeft kunnen kennis nemen van het wetsvoorstel, laat staan ermee heeft kunnen instemmen?
4
Zijn er, na de opheffing van de IDB, nog activiteiten verricht, die voorheen tot het werkterrein van de IDB behoorden? Zo neen, op welke wijze kan er dan sprake zijn van een «doorstart»?
5
In hoeverre is het voormalig hoofd van de IDB, de heer Meulmeester, betrokken bij de activiteiten van de «IDB nieuwe stijl»?
6
In hoeverre is de vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten betrokken bij de genoemde activiteiten?
7
Bent u bereid op korte termijn de Kamer te informeren over de eventuele «doorstart» van de IDB en over de aard van de activiteiten?
Antwoord
Antwoord van minister-president Kok (Algemene Zaken). (Ontvangen 17 juni 1997)
1
De IDB is in 1994 opgeheven. Van een doorstart is geen sprake. Wel is een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) in voorbereiding. Het daartoe strekkend wetsvoorstel ligt voor advies bij de Raad van State en voorziet in de bevoegdheid van de BVD en de MID tot het uitvoeren van bepaalde taken van de voormalige IDB. Deze taken kunnen pas worden vervuld nadat de bevoegdheid daartoe zal zijn geformaliseerd in de nieuwe Wiv.
2
Aan zestien voormalige medewerkers van de IDB die nog geen nieuwe baan hebben gevonden is een brief gezonden waarin zij worden geïnformeerd over de onder 1 genoemde mogelijke taakuitbreiding van de BVD en de MID. Hen is medegedeeld dat bij de eventuele invulling van nieuwe operationele functies bij de BVD en de MID zal worden bezien of ex-medewerkers van de IDB daarvoor in aanmerking kunnen komen. In verband daarmee is hen verzocht om een CV toe te zenden aan het Hoofd van de afdeling P&O van mijn ministerie. Van sollicitaties is in dit stadium geen sprake, wel van een vroegtijdige inventarisatie in het kader van het streven om voormalige IDB-medewerkers weer aan het werk te krijgen.
4
De BVD en de MID hebben, voor zover die binnen hun wettelijke taakomschrijving vallen, een aantal activiteiten van de opgeheven IDB overgenomen of geïntensiveerd. Ik verwijs terzake naar de nota naar aanleiding van het verslag bij het voorstel tot wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten1.
5
Er is geen sprake van een «IDB nieuwe stijl». De heer Meulmeester is adviseur van de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
6
Er is geen betrokkenheid van de Commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer bij de activiteiten van de «IDB-nieuwe stijl», omdat, zoals in het antwoord op vraag 5 is aangegeven, er geen sprake is van een «IDB-nieuwe stijl». Voor zover het gaat om de activiteiten, bedoeld in het antwoord op vraag 4, vindt daarop het gebruikelijke toezicht door de Commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer plaats.
7
Gelet op de hiervoor gegeven antwoorden, is er geen aanleiding de Kamer over een eventuele doorstart van de IDB te informeren. In het kader van de parlementaire behandeling van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zal het in de beantwoording van vraag 1 genoemde voorstel tot uitbreiding van de bevoegdheid van de BVD en MID besproken kunnen worden.