Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 april 2013, nr. PAV/13074328, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Coragen ter bestrijding van wortelvlieg in de teelt van wortelen en knolselderij (Tijdelijke vrijstelling Coragen ter bescherming van de teelt van wortelen en knolselderij tegen wortelvlieg 2013)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Coragen (toelatingsnummer 13555) ter bestrijding van wortelvlieg in de teelt van wortelen en knolselderij.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2013 en vervalt met ingang van 29 augustus 2013.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling Coragen ter bescherming van de teelt van wortelen en knolselderij tegen wortelvlieg 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA Directeur-Generaal Agro

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassings- gebied

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen

De teelt van knolselderij en wortelen

Wortelvlieg (Psila rosae)

175 ml/ha

2

14

21

Toepassingsvoorwaarden

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing van het middel in de teelt van knolselderij op percelen die grenzen langs oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende doppen.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Coragen, ter bescherming van de teelt van knolselderij en wortelen tegen wortelvlieg (Psila rosae).

Bijzondere omstandigheden

In 2010 en 2011 had een middel op basis van dimethoaat een dringend vereiste toelating (DVG) en in 2012 een vrijstelling op basis van artikel 38 Wgb voor de bestrijding van wantsen in de teelt van wortel en knolselderij. Door nevenwerking van dit middel op wortelvlieg werd wortelvlieg afdoende bestreden. In december 2012 is een ander middel toegelaten voor de bestrijding van wantsen in knolselderij, echter zonder nevenwerking op wortelvlieg. Met deze toelating is een vrijstelling voor de bestrijding van wantsen niet meer nodig en leidt het niet kunnen bestrijden van wortelvlieg tot een noodsituatie.

Een reguliere toelatingsaanvraag voor Coragen ter bestrijding van wortelvlieg in de teelt van knolselderij en wortelen is thans in behandeling bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Ter overbrugging van een periode zonder toegelaten gebruik is een kortstondig noodverband gerechtvaardigd.

Gevaar voor de teelt

Schade in de teelt van knolselderij:

Larven van de wortelvlieg vreten de wortels van de selderijplant weg. Planten blijven hierdoor achter in groei of sterven af, met opbrengstderving tot gevolg. In een later stadium vreten larven gangen in de knol, wat leidt tot afkeuring en declassering door kwaliteitsverlies. Deze schade treedt elk jaar op.

Indien bij knolselderij de schade oppervlakkig blijft, is deze partij nog slechts geschikt voor verwerking in de industrie (na wegschilling van de aantasting). Dit heeft inkomstenderving door kwaliteitsverlies tot gevolg.

Met het maatregelenpakket van de afgelopen jaren (inclusief het middel op basis van dimethoaat) geldt dat jaarlijks ongeveer 5 procent schade optrad door opbrengstderving en kwaliteitsverlies. Met het wegvallen van het middel op basis van dimethoaat wordt de schade in knolselderij geschat op 10–25 procent, voornamelijk als gevolg van opbrengstderving (10–20 procent) en kwaliteitsverlies (5–10 procent).

Schade in de teelt van wortelen:

Larven van de wortelvlieg vreten gangen in de peen, wat leidt tot afkeuring en declassering. Schade treedt elk jaar op.

Wanneer meer dan 3–5 procent (afhankelijk van de vraag in de markt) aantasting wordt gevonden, wordt de partij afgekeurd. Voor diverse wortelteelten (was-, bos- of winterpeen) geldt dat met het maatregelenpakket van afgelopen jaren (inclusief het middel op basis van dimethoaat) elk jaar ongeveer 5 procent van de oppervlakte niet geoogst wordt als gevolg van schade door wortelvlieg. Met het wegvallen van dimethoaat wordt de schade in bospeen geschat op 10–25 procent en voor waspeen of winterpeen op 5–15 procent.

Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van wortelen en knolselderij wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van wortelvlieg indien het gebruik van een effectief gewasbeschermingsmiddel niet is toegestaan.

Alternatieven

De beschikbare preventieve en teelttechnische maatregelen worden algemeen toegepast maar zijn onvoldoende effectief om het wortelvliegprobleem op te lossen. Niet-chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn niet beschikbaar.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College adviseert een vrijstelling op basis van artikel 38 Wgb voor het gewasbeschermingsmiddel Coragen in de teelt van knolselderij en wortelen te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen:

  • Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

  • Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing van het middel in de teelt van wortelen en knolselderij op percelen die grenzen langs oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.

De overwegingen

Een vrijstelling is gewenst, omdat aantasting door larven van de wortelvlieg een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van wortelen en knolselderij bedreigt. De schade door deze larven is op geen enkele andere redelijke wijze te beheersen.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Coragen, ter bescherming van de teelt van wortelen en knolselderij tegen aantasting door wortelvlieg.

Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van 1 mei 2013 en vervalt 120 dagen na 1 mei, derhalve op 29 augustus 2013.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA Directeur-Generaal Agro