Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbank civiel handel/voorzieningenrechter

Considerans

Voor u ligt het Procesreglement verzoekschriftprocedures ten behoeve van de civiele afdelingen/teams van de rechtbanken, met inbegrip van verzoekschriften gericht aan de voorzieningenrechter (maar met uitzondering van de verzoekschriften gericht aan de kantonrechter of verzoekschriften aan de familierechter).

Dit procesreglement vindt zijn oorsprong in een initiatief vanuit het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele sectoren van de rechtbanken (LOVC), dat vervolgens is ondergebracht in het Project procesreglementen dat onderdeel uitmaakt van het Programma Civiele Sectoren. Het procesreglement is ontwikkeld door een door het LOVC geïnitieerde en het Project Procesreglementen gefaciliteerde werkgroep en is ter reflectie voorgelegd aan de Nederlandse Orde van Advocaten. Op 22 september 2006 heeft het LOVC dit procesreglement goedgekeurd, waarna alle rechtbanken het reglement als eigen reglement hebben vastgesteld. De tekst van het reglement is inmiddels aangepast aan de afschaffing van de verplichte procuraten per 1 september 2008. Het reglement en de wijzigingen daarvan zijn gepubliceerd in de Staatscourant.

Per 1 januari 2011 is het reglement op een aantal punten aangevuld en is het aangepast aan de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz).

Nu is het reglement aangepast aan de herziening van de gerechtelijke kaart, de Reparatiewet Wgbz en overige wijzigingen, welke wijzigingen zijn goedgekeurd in het Landelijk Overleg van Voorzitters Sector Civiel en Kanton (LOVCK), welke door het LOVCK zijn goedgekeurd in 2012. De besturen van alle rechtbanken hebben de gewijzigde versie geaccordeerd en daarna is publicatie in de Staatscourant gevolgd. De huidige tekst is van kracht met ingang van 1 april 2013.

Het procesreglement bestaat uit twee hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat regels met betrekking tot de verzoekschriftprocedure in het algemeen. In Hoofdstuk 2 zijn bijzondere regels voor de onderscheiden verzoekschriftprocedures opgenomen; dit hoofdstuk, waarin de verschillende verzoekschriftprocedures zo volledig mogelijk zijn opgenomen, geeft in de eerste plaats antwoord op de vraag of het desbetreffende verzoek bij de rechtbank of bij de voorzieningenrechter moet worden ingediend en vermeldt voorts welke bijlagen bij het verzoek dienen te worden gevoegd.

Met het ontwikkelen van het procesreglement is beoogd een verdere bijdrage te leveren aan het harmoniseren van de werkwijze en werkprocessen van de verschillende rechtbanken op het punt van de verzoekschriftprocedure. Hierbij is het belang van de justitiabele voorop gesteld. Daarnaast is gestreefd naar een zo goed mogelijke interne werkbaarheid en – waar mogelijk – naar verkorting van de doorlooptijden.

Mocht u de gedrukte uitgave van het procesreglement raadplegen, dan maken wij u erop attent dat dit niet het brondocument is. Vanwege de wijzigingen die met enige regelmaat in de tekst worden aangebracht, is het brondocument, behalve in de Staatscourant, te vinden op de website http://www.rechtspraak.nl/Naar+de+rechter/Landelijke+regelingen/Sector+civiel+recht . Op de website staat altijd de meest recente versie van dit reglement, inclusief de inhoud van de hyperlinks die in de gedrukte versie niet is weergegeven.

Vierde versie, december 2012

1 Algemeen deel

1.1 Algemene bepalingen

1.1.1 Strekking reglement

Dit reglement bevat regels voor verzoekschriftprocedures in handelszaken die worden behandeld door de afdeling/team civiel en de voorzieningenrechter. Dit reglement geldt ook voor andere verzoeken dan de verzoeken bedoeld in Titel 3 van Boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), tenzij de aard of strekking van het verzoek zich daartegen verzet.

1.1.2 Afwijken reglement

De rechter kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van dit reglement.

1.1.3 Indiening van stukken

Indiening van het verzoekschrift, verweerschrift en overige stukken geschiedt als volgt:

Indiening van stukken per telefax http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Pages/default.aspx is mogelijk, mits het faxbericht niet meer dan in totaal 20 pagina’s omvat.1

Indiening van stukken per e-mail is nog niet mogelijk.

De griffie is op werkdagen telefonisch http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Pages/default.aspx bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur.

In spoedeisende gevallen kan een aan de voorzieningenrechter gericht verzoekschrift buiten de openingstijden van de griffie aan deze ter hand worden gesteld. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen (zie bijlage 1).

1.1.4 Vermelding zaak- en rekestnummer

Op alle correspondentie met en van de rechtbank wordt het zaak- en rekestnummer vermeld.

1.1.5 Toevoeging of inkomensverklaring

Indien een voor de zaak toevoeging of inkomensverklaring is verleend, wordt de toevoeging of de inkomensverklaring bij het verzoek- of verweerschrift gevoegd.

Indien een toevoeging is aangevraagd maar nog niet of nog niet definitief is verleend, wordt een kopie van de aanvraag bij het verzoek- of verweerschrift gevoegd en wordt in de kop daarvan vermeld dat een toevoeging is aangevraagd.

1.1.6 Griffierecht voor onvermogenden

Indien de toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 1.1.5. heft de griffier het griffierecht voor onvermogenden.

Indien de toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 1.1.5. wordt het volledige griffierecht in rekening gebracht

1.1.7 De definitieve toevoeging of inkomensverklaring en uitstel

De definitieve toevoeging of inkomensverklaring wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voordat de einduitspraak is gedaan ingediend tenzij uitstel is verkregen voor het indienen van de toevoeging of de inkomensverklaring.

1.1.8 Verhoging griffierecht bij toevoeging

Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging niet tijdig is ingediend, zal het griffierecht worden verhoogd. De betreffende partij moet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de in artikel 1.1.7. bedoelde termijn op de rekening van de rechtbank doen bijschrijven of ter griffie storten.

Indien bij het bepalen van het griffierecht rekening is gehouden met een toevoeging, maar de toevoeging wordt geweigerd of ingetrokken, zal het griffierecht eveneens worden verhoogd.

De betreffende partij doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na de intrekking of de weigering van de toevoeging op de rekening van de rechtbank doen bijschrijven of ter griffie storten.

1.1.9 Verhoging griffierecht bij vermeerdering van het verzoek

Indien de verzoeker zijn verzoek op zodanige wijze vermeerdert dat een hoger griffierechttarief van toepassing is, zal het griffierecht worden verhoogd. Het griffierecht wordt niet verhoogd indien op het tijdstip waarop het verzoek wordt vermeerderd de toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag is overgelegd.

De verzoeker doet het verhoogde griffierecht binnen vier weken na het doen van de betreffende vermeerdering van het verzoek op de rekening van de rechtbank doen bijschrijven of ter griffie storten. Bij niet tijdige betaling van de verhoging van het griffierecht wordt geen toepassing gegeven aan het bepaalde in de leden 1 en 2 van artikel 282a Rv.

1.1.10 Verlaging griffierecht

Indien bij het bepalen van het griffierecht geen rekening is gehouden met een toevoeging, inkomensverklaring of toevoegingsaanvraag maar de definitieve toevoeging of inkomensverklaring alsnog tijdig, in de in artikel 1.1.7. bedoelde zin, wordt ingediend, zal het griffierecht worden verlaagd.

1.2 Indiening en inhoud verzoekschrift

1.2.1 Indiening

Een verzoek wordt schriftelijk gedaan, tenzij de wet anders bepaalt.

Een verzoekschrift wordt ingediend en ondertekend2 door een advocaat, tenzij de wet een andere mogelijkheid biedt.

1.2.2 Aantal in te dienen exemplaren

Het verzoekschrift en de bijgevoegde stukken worden in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en één exemplaar voor iedere belanghebbende.

1.2.3 Griffierecht verzoeker

De verzoeker is bij indiening van een verzoekschrift griffierecht verschuldigd, tenzij anders is bepaald in de Wet griffierechten in burgerlijke zaken. Het griffierecht moet door verzoeker binnen vier weken na de indiening van het verzoekschrift op de rekening van de rechtbank zijn bijgeschreven of ter griffie zijn gestort.

Indien het verzoekschrift na indiening wordt ingetrokken of de rechter toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in artikel 282a lid 2 Rv, blijft de verzoeker griffierecht verschuldigd.

1.2.4 Inhoud verzoekschrift

Het verzoekschrift vermeldt (artikel 278 Rv):

  • voornamen, naam en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, het werkelijk verblijf van de verzoeker, alsmede

  • naam, adres en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, het werkelijk verblijf van iedere belanghebbende, voor zover bij de verzoeker bekend, alsmede

  • een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust, waaronder de gronden voor de relatieve bevoegdheid van de rechter, alsmede

  • de naam en het telefoonnummer van de behandelend advocaat.

In de kop van het verzoekschrift wordt de aard van het verzoek vermeld en de wetsbepaling waarop het berust.

Bij verzoekschriften aan de voorzieningenrechter waarop deze in het algemeen zonder mondelinge behandeling beschikt en waarbij de beschikking op het verzoekschrift zelf wordt aangetekend, wordt tevens, na de handtekening van de advocaat, de inhoud van de gevraagde beschikking vermeld, waaronder indien het gaat om een verzoek als bedoeld in artikel 37 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken de uitvoerbaarheid op de minuut, gevolgd door de datering, onder openlating van de dag en een ruimte voor de handtekening van de voorzieningenrechter en de griffier.

Indien de verzoeker meent dat het verzoek een zodanig spoedeisend karakter heeft, dat een afwijking van de in dit reglement opgenomen procesregels gerechtvaardigd is, wordt dit gemotiveerd in het verzoekschrift vermeld. Ook alle overige toelichting op het verzoek wordt in het verzoekschrift zelf vermeld.

1.2.5 Bijvoeging stukken

Bij het verzoekschrift worden, afhankelijk van de aard van het verzoek, de in Hoofdstuk 2 van dit reglement vermelde stukken gevoegd. Als het verzoekschrift een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar in het verzoekschrift uitdrukkelijk verwezen.

De bijlagen worden genummerd. In een eventueel volgend processtuk van een partij wordt bij de nummering van de bijlagen uit het vorige processtuk van die partij aangesloten. Indien het gaat om 10 of meer bijlagen wordt bovendien een overzicht bijgevoegd.

De rechter kan om toezending van aanvullende stukken verzoeken.

1.2.6 Zaak- en rekestnummer

Het verzoekschrift wordt ter griffie ingeschreven. Hieraan wordt een zaak- en rekestnummer toegekend.

Aan de verzoeker wordt een ontvangstbevestiging met vermelding van het zaak- en rekestnummer toegezonden, tenzij de rechter zich aanstonds onbevoegd verklaart of het verzoek toewijst.

1.2.7 Verbetering verzoekschrift

Bij verbetering, aanvulling of verduidelijking van het verzoekschrift wordt een herziene versie van het verzoekschrift ingediend, onder vermelding van het oorspronkelijke zaak- en rekestnummer en de datum van ontvangst ter griffie van het oorspronkelijke verzoekschrift, voor zover bekend. In de kop van het verzoekschrift wordt tevens vermeld dat het een herziene versie betreft. Als datum van indiening geldt de datum waarop het oorspronkelijke verzoekschrift is ingediend.

1.2.8 Intrekking verzoekschrift

Zolang nog niet op het verzoekschrift is beslist, kan het verzoek worden ingetrokken. Indien bij het verweer om een kostenveroordeling wordt gevraagd en na de intrekking wordt gehandhaafd, zal de rechter daarop beslissen.

1.3 Verweer

1.3.1 Vormvrij verweerschrift

Een schriftelijk stuk dat een verweer of een zelfstandig verzoek bevat, wordt aangemerkt als een verweerschrift, ongeacht de vorm die eraan is gegeven. Onder een zelfstandig verzoek wordt mede begrepen een reconventioneel of tegenverzoek. Op een zelfstandig verzoek is het bepaalde in 1.3.2 van overeenkomstige toepassing.

1.3.2 Indiening door een advocaat

Een verweerschrift wordt ingediend door een advocaat, tenzij de wet een andere mogelijkheid biedt. Een belanghebbende die uitsluitend mondeling verweer voert, hoeft geen advocaat te stellen.

1.3.3 Termijn voor indiening

In het belang van een goede voorbereiding van de zaak wordt een verweerschrift bij voorkeur vijf werkdagen vóór de mondelinge behandeling ingediend.

1.3.4 Aantal verweerschriften

Een verweerschrift wordt in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en één exemplaar voor iedere verzoeker en iedere andere belanghebbende. Als het verweerschrift een bijlage of bijlagen bevat wordt daarnaar in het verweerschrift uitdrukkelijk verwezen.

De bijlagen worden genummerd. In een eventueel volgend processtuk van een partij wordt bij de nummering van de bijlagen uit het vorige processtuk van die partij aangesloten. Indien het gaat om 10 of meer bijlagen wordt bovendien een overzicht bijgevoegd.

1.3.5 Griffierecht belanghebbende

De belanghebbende is bij indiening van een verweerschrift griffierecht verschuldigd, tenzij anders is bepaald in de Wet griffierechten in burgerlijke zaken. Het griffierecht moet door belanghebbende binnen vier weken na de indiening van het verweerschrift op de rekening van de rechtbank zijn bijgeschreven of ter griffie zijn gestort. Indien het verweerschrift na indiening wordt ingetrokken of de rechter toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in artikel 282a lid 3 Rv, blijft de belanghebbende het griffierecht verschuldigd.

1.3.6 Mondeling verweer

Een belanghebbende die geen advocaat heeft gesteld, kan alleen in persoon, en niet bij gemachtigde, ter zitting verschijnen. Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door een bestuurder of een andere daartoe in de statuten aangewezen persoon.

Bij mondeling verweer kunnen bewijsstukken worden toegestuurd of overgelegd ter ondersteuning van dit verweer. Bewijsstukken worden in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en één exemplaar voor alle overige partijen.

1.4 Behandeling van het verzoek

1.4.1 Mondelinge behandeling

De rechter bepaalt dag en tijdstip van de mondelinge behandeling, tenzij hij zich aanstonds onbevoegd verklaart of het verzoek toewijst.

1.4.2 Afdoening zonder mondelinge behandeling

Een verzoek kan zonder mondelinge behandeling door de rechter worden afgedaan:

  • indien dit uit de wet voortvloeit;

  • in procedures zonder belanghebbende;

  • indien alle partijen (de verzoeker en de belanghebbende(n)) de rechter schriftelijk hebben verzocht om zonder mondelinge behandeling te beslissen;

  • indien aan de belanghebbende(n) de mogelijkheid is geboden om mede te delen of zij gehoord wenst/wensen te worden en hij/zij daarvan geen gebruik heeft/hebben gemaakt.

1.4.3 Duur mondelinge behandeling

Voor de mondelinge behandeling van het verzoek wordt de bij de rechtbank gebruikelijke tijd gereserveerd{zie bijlage II}.

Indien een partij voorziet aan de voor hem bestemde spreektijd niet voldoende te hebben, kan hij bij de opgave van de verhinderdata om een langere spreektijd verzoeken.

1.4.4 Indiening nadere stukken

Bewijs- en andere stukken waarop partijen zich tijdens de mondelinge behandeling willen beroepen worden bij voorkeur vijf werkdagen vóór de dag van de mondelinge behandeling in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en één exemplaar voor iedere overige partij.

Op ingediende stukken wordt geen acht geslagen als de inzender niet (bij advocaat) een verweerschrift heeft ingediend of niet ter zitting is verschenen.

1.4.5 Pleitnotities

Partijen kunnen ter zitting een korte pleitnotitie voordragen en overleggen.

1.4.6 Verzoek om uitstel

Een verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van alle betrokkenen. Indien de zittingsdatum door de rechter is bepaald nadat partijen in de gelegenheid zijn geweest verhinderdata op te geven, zal uitstel alleen worden verleend:

  • op eenstemmig verzoek van alle partijen, tenzij uitstel zou leiden tot onredelijke vertraging van het geding;

  • op verzoek van een partij op grond van klemmende redenen.

Het verzoek om uitstel op grond van klemmende redenen wordt gemotiveerd.

De om uitstel verzoekende partij zendt zijn verzoek tegelijkertijd aan de overige partijen.

De beslissing op het verzoek om uitstel wordt schriftelijk aan partijen meegedeeld.

1.5 Uitspraak

1.5.1 Vaste dag uitspraken

De uitspraak wordt gedaan op een vaste dag {zie bijlage III}, tenzij de rechter anders bepaalt.

1.5.2 Termijn uitspraak

In zaken waarin geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, wordt in beginsel uitspraak gedaan zes weken te rekenen vanaf de eerste vaste uitspraakdag nadat de rechter heeft geconstateerd dat de zaak gereed is voor uitspraak.

In zaken waarin een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, wordt in beginsel uitspraak gedaan zes weken te rekenen vanaf de eerstvolgende vaste uitspraakdag na de zitting. De dag van de uitspraak wordt tijdens de mondelinge behandeling aan partijen meegedeeld.

In spoedeisende zaken kan op een kortere termijn uitspraak worden gedaan.

1.5.3 Aanhouding uitspraak

Aanhouding van de uitspraak wordt schriftelijk onder vermelding van een nieuwe datum aan partijen meegedeeld.

1.5.4 Verstrekken afschrift beschikking

De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van de beschikking aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbende(n).

2 Bijzonder deel: bijzondere regels per verzoek

2.1 Verdragen en verordeningen

2.1.1 EBB-Verordening (1896/2006)

Bevoegde rechter:

de rechtbank ’s-Gravenhage als nevenzittingsplaats van alle andere rechtbanken. (Stcrt. 2008, 241).

Over te leggen stukken:

  • formulier A, (bijlage I van de EBB-verordening).

2.1.2 EET-verordening (nr. 805/2004) – waarmerking van een rechterlijke uitspraak als Europese executoriale titel (artikel 2 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een volledig en authentiek afschrift van de beslissing waarvan de waarmerking wordt gevraagd;

  • het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het procesinleidend stuk dat tot de beslissing heeft geleid;

  • stukken waaruit blijkt dat de stukken (dagvaarding/beslissing) op de juiste wijze zijn betekend.

2.1.3 EET-verordening (nr. 805/2004) – afgifte van een bewijs dat een beslissing niet of beperkt uitvoerbaar is of van een vervangend bewijs (artikel 3 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een volledig en authentiek afschrift van de beslissing waarop het verzoek betrekking heeft;

  • het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het procesinleidend stuk dat tot de beslissing heeft geleid;

  • stukken waaruit blijkt dat de stukken (dagvaarding/beslissing) op de juiste wijze zijn betekend.

2.1.4 EET-verordening (nr. 805/2004) – rectificatie van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel (artikel 4 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

het betrokken gerecht: rechtbank/voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • het formulier, bedoeld in artikel 10 lid 1 sub a jo lid 3 van de EET-verordening;

  • het bewijs van waarmerking en de bij het verkrijgen daarvan overgelegde stukken.

2.1.5 EET-verordening (nr. 805/2004) – intrekking van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel (artikel 5 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

het betrokken gerecht: rechtbank/voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • het formulier, bedoeld in artikel 10 lid 1 sub b jo lid 3 van de EET-verordening;

  • de bij het verkrijgen van de waarmerking overgelegde stukken.

2.1.6 EET-verordening (nr. 805/2004) – waarmerking van een gerechtelijke schikking als Europese executoriale titel (artikel 6 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken (artikel 6 juncto artikel 2 Uitvoeringswet):

  • een volledig en authentiek afschrift van de gerechtelijke schikking waarvan de waarmerking wordt gevraagd;

  • het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het procesinleidend stuk dat tot de gerechtelijke schikking heeft geleid.

2.1.7 EET-verordening (nr. 805/2004) – waarmerking van een authentieke akte als Europese executoriale titel (artikel 7 Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken (artikel 6 juncto artikel 2 Uitvoeringswet):

  • een volledig en authentiek afschrift van de gerechtelijke schikking waarvan de waarmerking wordt gevraagd;

  • het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het procesinleidend stuk dat tot de gerechtelijke schikking heeft geleid.

2.1.8 EEX-verordening (nr. 44/2001) – exequatur (artikel 38 e.v. EEX-verordening en Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een expeditie (artikel 53 lid 1 EEX-verordening), of, indien de wetgeving van het betrokken land in de afgifte daarvan niet voorziet, een grosse, of

  • de authentieke akte (artikel 57 EEX-verordening), of

  • de gerechtelijke schikking (artikel 58 EEX-verordening), en

  • het originele certificaat (artikel 53 lid 2 juncto artikel 54 EEX-verordening).

2.1.9 EEX-verordening (nr. 44/2001) – rechtsmiddelen exequatur (artikel 43 e.v. EEX-verordening en Uitvoeringswet, zoals gewijzigd (Stb. 2006, 123))

Bevoegde rechter:

de rechtbank van welke de voorzieningenrechter op het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging heeft beschikt (artikel 4 lid 1 Uitvoeringswet).

Over te leggen stukken:

  • een volledig en authentiek afschrift van de beslissing op het verzoek tot uitvoerbaarverklaring;

  • een afschrift van het verzoek tot uitvoerbaarverklaring en de in dat kader overgelegde stukken.

2.1.10 EEX-verordening (nr. 44/2001) – certificaat (artikel 54 e.v. EEX-verordening en Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank die de uitspraak heeft gedaan.

Over te leggen stukken:

  • een afschrift van de uitspraak (art. 53 lid 1 EEX-Verordening), of

  • een afschrift van de authentieke akte (art. 57, lid 4, EEX-Verordening), of

  • een afschrift van de gerechtelijke schikking (art. 58 EEX-Verordening), en

  • indien het een uitspraak betreft die bij verstek is gewezen: een stuk waaruit blijkt wanneer het stuk dat het geding heeft ingeleid, aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend is betekend of is meegedeeld.

2.1.11 EEX-verdrag – exequatur (artikel 31 e.v. EEX-verdrag en Uitvoeringswet)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een volledig en authentiek afschrift van de beslissing waarvoor verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd (artikel 46 aanhef sub 1 EEX-verdrag);

  • indien de beslissing waarvoor verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd bij verstek is gewezen: het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het document waaruit blijkt dat het stuk dat het geding heeft ingeleid of een gelijkwaardig stuk aan de niet-verschenen partij is betekend of is meegedeeld en wel regelmatig en zo tijdig als met het oog op zijn verdediging nodig was (artikel 46 aanhef sub 2 EEX-verdrag juncto artikel 27 aanhef sub 2 EEX-verdrag);

  • een document waaruit kan worden vastgesteld dat de beslissing waarvoor verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd, volgens de wet van de Staat van herkomst uitvoerbaar is en betekend is geworden (artikel 47 aanhef sub 1 EEX-verdrag);

  • voor zoveel nodig, een document waaruit blijkt dat de verzoeker in de Staat van herkomst vergunning heeft verkregen om kosteloos of tegen verminderd tarief te procederen;

  • een voor eensluidend gewaarmerkte vertaling van bovengenoemde stukken (artikel 48 lid 2 EEX-verdrag juncto artikel 22 Rv).

2.1.12 EVEX-verdrag – exequatur (artikel 31 e.v. EVEX-verdrag en Uitvoeringswet)

Vereisten:

zie hiervoor bij het EEX-verdrag.

2.1.13 Verzoek Rogatoire Commissie (artikel 4 EG-bewijsverordening 1206/2001)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

2.2 Burgerlijk Wetboek, boek 1

(Gereserveerd)3

2.3 Burgerlijk Wetboek, boek 2

2.3.1 Verlof inbreng (artikel 2:4 lid 5 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de opgerichte rechtspersoon;

  • een kopie van (het concept van) de notariële akte van oprichting van de rechtspersoon.

2.3.2 Omzetting rechtspersoon (artikel 2:18 lid 4 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de om te zetten rechtspersoon;

  • een kopie van de huidige statuten van de om te zetten rechtspersoon;

  • de notariële (ontwerp)akte met daarin de statuten van de rechtspersoon, zoals deze na omzetting zullen luiden, met daarbij gevoegd de wettelijk voorgeschreven bijlagen;

  • een kopie van het besluit tot omzetting;

  • een kopie van het besluit tot statutenwijziging.

2.3.3 Verklaring tijdstip ontbinding rechtspersoon (artikel 2:19 lid 2 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te ontbinden rechtspersoon;

  • een kopie van de huidige statuten van de te ontbinden rechtspersoon;

indien de verklaring wordt gevraagd op grond van artikel 19 lid 1 onder d BW:

  • stukken waaruit blijkt dat leden ontbreken.

2.3.4 Verboden verklaring en ontbinding rechtspersoon (artikel 2:20 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te ontbinden rechtspersoon;

  • een kopie van de huidige statuten van de te ontbinden rechtspersoon.

2.3.5 Ontbinding rechtspersoon (artikel 2:21 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te ontbinden rechtspersoon;

  • een kopie van de huidige statuten van de te ontbinden rechtspersoon.

2.3.6 Benoeming en ontslag vereffenaar rechtspersoon (artikel 2:23 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te vereffenen rechtspersoon;

  • een kopie van de huidige statuten van de te vereffenen rechtspersoon.

2.3.6a Verzet tegen rekening en verantwoording en plan van verdeling bij vereffening (artikel 2:23b lid 5 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de rekening en verantwoording;

  • een kopie van het plan van verdeling;

  • bewijs van de mededeling van het verzet.

2.3.7 Heropening vereffening rechtspersoon en benoeming vereffenaar (artikel 2:23c lid 1 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de vereffende rechtspersoon;

  • een kopie van de laatste statuten van de vereffende rechtspersoon.

2.3.8 Ontbinding naamloze vennootschap (artikel 2:74 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te ontbinden NV;

  • een kopie van de huidige statuten van de te ontbinden NV.

2.3.9 Rechterlijke machtiging tot bijeenroeping algemene vergadering bij NV respectievelijk BV (artikelen 2:110 en 2:220 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de statuten van de rechtspersoon;

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de vennootschap;

  • een kopie van het aandeelhoudersregister of andere stukken waaruit blijkt dat de verzoeker houder is onderscheidenlijk dat de verzoekers gezamenlijk houder zijn van tenminste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap;

  • een kopie van het verzoek aan het bestuur en de raad van commissarissen tot bijeenroeping van een algemene vergadering, mede inhoudende een nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen.

2.3.10 Ontbinding besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (artikel 2:185 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te ontbinden BV;

  • een kopie van de huidige statuten van de te ontbinden BV.

2.3.11 Wijziging statuten stichting (artikel 2:294 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de stichting;

  • een kopie van de huidige statuten van de stichting;

  • een kopie van het besluit tot statutenwijziging;

  • de tekst van de voorgestelde wijziging.

2.3.12 Schorsing en ontslag bestuurders stichting (artikel 2:298 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de stichting;

  • een kopie van de huidige statuten van de stichting.

2.3.13 Aanvulling bestuurders stichting (artikel 2:299 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de stichting;

  • een kopie van de huidige statuten van de stichting.

2.3.14 Ontbinding stichting (artikel 2:301 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de stichting;

  • een kopie van de huidige statuten van de stichting.

2.3.15 Verzet fusie rechtspersoon (artikel 2:316 lid 2 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te fuseren rechtspersonen;

  • een kopie van de huidige statuten van de te fuseren rechtspersonen;

  • een kopie van het voorstel tot fusie;

  • een kopie van de aankondiging van de nederlegging van het voorstel tot fusie;

  • een kopie van het besluit tot fusie;

  • een kopie van de notariële (ontwerp)akte van fusie.

2.3.16 Goedkeuring fusie stichting (artikel 2:317 lid 5 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de te fuseren rechtspersonen;

  • een kopie van de huidige statuten van de te fuseren rechtspersonen;

  • een kopie van het voorstel tot fusie;

  • een kopie van de aankondiging van de nederlegging van het voorstel tot fusie;

  • een kopie van het besluit tot fusie;

  • een kopie van de notariële (ontwerp)akte van fusie.

2.3.17 Goedkeuring splitsing stichting (artikel 2:334m lid 5 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de stichting;

  • een kopie van de huidige statuten van de stichting;

  • een kopie van het besluit tot splitsing.

2.3.18 Verzet intrekking artikel 2:403-verklaring (artikel 2:404 lid 5 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de verklaring tot intrekking van de artikel 2:403-verklaring.

2.4 Burgerlijk Wetboek, boek 3

2.4.1 Machtiging van deelgenoot tot te gelde maken (artikel 3:174 lid 1 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank of de voorzieningenrechter die ter zake van een vordering tot verdeling bevoegd zou zijn of voor wie een zodanige vordering reeds aanhangig is.

Over te leggen stukken:

  • indien er sprake is van een huwelijksgemeenschap: een kopie van de echtscheidingsbeschikking;

  • bewijs van inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand;

  • bij een onroerende zaak:

  • recent taxatierapport (waarde in vrije staat per datum taxatie);

  • eigendomsbewijs;

  • recent kadastraal en (uitgebreid) hypothecair uittreksel;

  • indien van toepassing: bewijsstuk van een schuld die voor rekening van de gemeenschap komt.

2.4.2 Machtiging van deelgenoot tot bezwaren (artikel 3:174 lid 2 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank of de voorzieningenrechter die ter zake van een vordering tot verdeling bevoegd zou zijn of voor wie een zodanige vordering reeds aanhangig is.

Over te leggen stukken:

  • echtscheidingsbeschikking;

  • bewijs van inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand;

  • bij een onroerende zaak:

  • recent taxatierapport (waarde in vrije staat per datum taxatie);

  • eigendomsbewijs;

  • recent kadastraal en (uitgebreid) hypothecair uittreksel;

  • bewijsstuk van een schuld die voor rekening van de gemeenschap komt of waarvan het aangaan geboden is voor het behoud van een goed van de gemeenschap.

2.4.3 Benoeming onzijdig persoon bij verdeling gemeenschap (artikel 3:181 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de uitspraak waarbij de verdeling is bevolen.

2.4.4 Verzoek goederen van schuldenaar als eerste te doen verkopen (artikel 3:234 lid 3 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de akte waarbij het pand- of hypotheekrecht is gevestigd.

2.4.5 Afwijkende wijze verkoop pand (artikel 3:251 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de pandakte waarbij het pandrecht is gevestigd.

2.4.6 Verblijf van vuistpand aan pandhouder (artikel 3:251 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.4.7 Inroepen huurbeding (artikel 3:264 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een niet langer dan één maand tevoren door een deurwaarder aan de huurder c.q. onderhuurder uitgebracht exploot, waarbij aan de huurder of onderhuurder wordt betekend de aanzegging of de overneming van de executie door de hypotheekhouder bedoeld in artikel 544 Rv en aan de huurder of onderhuurder wordt aangezegd dat het beding jegens de huurder zal worden ingeroepen (artikel 549 lid 1 Rv);

  • afschriften van alle relevante hypotheekaktes en eventueel van toepassing zijnde algemene voorwaarden, waarnaar bij het huurbeding wordt verwezen (artikel 22 Rv);

  • een recent taxatierapport (niet ouder dan zes maanden en in beginsel geen geveltaxatie) dat de waarde in bewoonde en in onbewoonde staat van het registergoed vermeldt (artikel 22 Rv);

  • een opgave van de schuld op het moment (ongeveer) van indiening van het verzoekschrift (artikel 22 Rv);

  • indien uit de hypotheekakte niet blijkt dat het registergoed ten tijde van de hypotheekstelling niet was verhuurd: een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie met betrekking tot het tijdstip van hypotheekstelling (artikel 22 Rv);

  • een kopie van de huurovereenkomst(en) of uittreksel(s) uit de gemeentelijke basisadministratie waaruit blijkt dat de huur is ingegaan nadat het huurbeding werd gemaakt (artikel 22 Rv).

2.4.8 Inroepen beheersbeding (artikel 3:267 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de hypotheekakte (inclusief eventuele van toepassing zijnde algemene voorwaarden) (artikel 22 Rv).

2.4.9 Verlof onderhandse verkoop (artikel 3:268 BW en artikel 548 Rv)

http://www.rechtspraak.nl/Procedures/Landelijke-regelingen/Sector-civiel-recht/Documents/onderhandseverkoopII.pdf

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een volledig (ondertekende) koopakte (artikel 548 lid 2 Rv);

  • kopieën van alle gedane biedingen, dan wel een verklaring van de behandelend notaris dat geen biedingen zijn gedaan (artikel 548 lid 2 Rv);

  • een lijst van de in artikel 544 Rv bedoelde belanghebbenden (hypotheekgever, schuldenaar en degenen wier recht of beslag uit de registers blijkt en wier recht door de executoriale verkoop zal tenietgaan of vervallen);

  • een kadastraal uittreksel met betrekking tot de onroerende zaak en de daarop gelegde beslagen (artikel 22 Rv);

  • een recent taxatierapport (niet ouder dan zes maanden en in beginsel geen geveltaxatie) met betrekking tot de onderhandse verkoopwaarde en de executiewaarde van de onroerende zaak (artikel 22 Rv);

  • een actuele en gespecificeerde opgave van de vorderingen van de hypotheekhouder (artikel 22 Rv);

  • een kopie van de hypotheekakte (artikel 22 Rv).

2.4.10 Goedkeuring aflossingsnota (artikel 3:270 lid 3 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een verklaring van de eerste hypotheekhouder van hetgeen hem van de opbrengst toekomt krachtens de door de eerste hypotheek verzekerde vordering of andere vorderingen die eveneens door hypotheek zijn verzekerd en in rang onmiddellijk bij de eerste aansluiten, met vermelding van schuldeisers wier vordering boven de zijne rang neemt;

  • een kopie van de hypotheekakte;

  • een kopie van het deurwaardersexploot waarbij de executie is aangezegd;

  • een kopie van het proces-verbaal van veiling en akte van gunning ingeval de verkoop in het openbaar heeft plaatsgevonden;

  • een kopie van de beschikking van de voorzieningenrechter ingeval de uitwinning door middel van een onderhandse verkoop is gebeurd;

  • voor zover dat niet reeds uit vorenstaande stukken kan blijken: bescheiden waaruit blijkt wanneer de betaaldag is.

2.4.11 Rangregeling (artikel 3:271 BW en artikel 552 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een door de bewaarder van het kadaster en de openbare registers af te geven kadastraal uittreksel inzake hypotheken als bedoeld in artikel 100 lid 1 Kadasterwet, waarin de inschrijving en de boekingen in het register van voorlopige aantekeningen die voor de aanwijzing van de in artikel 551 Rv bedoelde belanghebbenden van belang zijn, worden vermeld;

  • een kopie van een door de notaris af te geven staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie of hun vordering ontlenen aan artikel 3:264 lid 7 BW.

2.4.12 Zuivering hypotheken en beslagen (artikel 3:273 BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het proces-verbaal van veiling of een afschrift van de akte van levering en, indien gemaakt, voorzien van een aantekening als bedoeld in artikel 15 Kadasterwet;

  • een bewijsstuk waaruit blijkt dat door de koper de koopprijs aan de notaris is betaald.

2.5 Burgerlijk Wetboek, boek 4

2.5.1 Verzoek tot opheffing testamentair bewind (artikel 4:178 lid 2 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • de uiterste wilsbeschikking waarin het bewind is ingesteld.

2.5.2 Benoeming vereffenaar nalatenschap (artikel 4:203 e.v. BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de akte van overlijden, een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de overledene of een uittreksel uit het register OM van de overledene;

  • een kopie van het testament van de overledene (indien opgemaakt) of een gewaarmerkte verklaring uit het testamentenregister (dat geen testament is opgemaakt);

  • een kopie van de akte verwerping nalatenschap (indien opgemaakt);

  • een kopie van de akte van beneficiaire aanvaarding nalatenschap (indien opgemaakt);

  • een opgave door de notaris van de namen en adressen van de bekende erfgenamen.

2.6 Burgerlijk Wetboek, boek 7

2.6.1 Ontbinding arbeidsovereenkomst bestuurder van een vennootschap (artikel 7:685 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de arbeidsovereenkomst tussen de bestuurder van de vennootschap en de vennootschap.

2.7 Burgerlijk Wetboek, boek 8

2.7.1 Vaststelling zekerheid vervoerder (artikel 8:30 BW jo artikel 631 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de aflevering plaatsvindt of moet plaatsvinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst;

  • bewijs van het recht op aflevering (vrachtbrief of cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.2 Vaststelling zekerheid expediteur (artikel 8:69 BW jo artikel 631 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de aflevering plaatsvindt of moet plaatsvinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de expeditieovereenkomst;

  • bewijs van het recht op aflevering (vrachtbrief of cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.3 Benoeming deskundigen (artikel 8:170 lid 1 BW jo artikel 622 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank van de gekozen woonplaats.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • bewijs van deelname in de eigendom van het schip;

  • de naw-gegevens van de leden en – indien een ander dan de boekhouder het verzoek doet –4 van de boekhouder van de rederij;

  • bewijs van de datum van beëindiging van de betrekking van de boekhouder5.

2.7.4 Verkoop schip op verzoek boekhouder (artikel 8:170 lid 2 BW jo artikel 621 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • bewijs van deelname in de eigendom van het schip;

  • de naw-gegevens van de leden en van de boekhouder van de rederij;

  • bewijs van de datum van beëindiging van de betrekking van de boekhouder;

  • bewijs van de datum van kennisgeving van het verlangen tot overneming aan de overige leden der rederij6.

2.7.5 Verkoop schip op verzoek lid rederij (artikel 8:173 BW jo artikel 621 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • bewijs van deelname in de eigendom van het schip;

  • de naw-gegevens van de leden en – indien van toepassing – van de boekhouder van de rederij.

2.7.6 Verkoop schip op verzoek lid rederij (artikel 8:174 jo artikel 621 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • bewijs van deelname in de eigendom van het schip;

  • de naw-gegevens van de leden en – indien van toepassing – van de boekhouder van de rederij.

2.7.7 Verkoop schip bij ontbinding rederij (artikel 8:184 BW jo artikel 621 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • bewijs van deelname in de eigendom van het schip;

  • de naw-gegevens van de leden en – indien van toepassing – van de boekhouder van de rederij.

2.7.8 Doorhaling teboekstelling zeeschip (artikel 8:195 BW jo artikel 624 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats en de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling gelegen is.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister van het schip;

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister van eventuele hypotheken of beslagen;

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs van iedere aanvrager;

  • indien de aanvrager een rechtspersoon is: een actueel uittreksel uit het handelsregister;

  • indien doorhaling wordt verzocht door een gevolmachtigde: een kopie van de volmacht;

  • stukken waaruit de gestelde reden van de doorhaling blijkt;

  • indien het schip is vergaan, gesloopt of blijvend ongeschikt is geworden: stukken ter staving van de gegrondheid daarvan.

2.7.9 Aanwijzing bewaarnemer cognossement bij zeevervoer (artikel 8:481 lid 2 BW jo artikel 627 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank van de plaats, waar het cognossement aan de vervoerder moet worden afgegeven.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het cognossement;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.10 Vaststelling zekerheid zeevervoer (artikel 8:489 BW jo artikel 631 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de aflevering plaatsvindt of moet plaatsvinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de overeenkomst van zeevervoer;

  • bewijs van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.11 Toestemming voor het opslaan of onder zich houden van goederen of voor het treffen van andere maatregelen bij zeevervoer (artikel 8:490 lid 1 BW jo artikel 628 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van kennisgeving van de aankomst van het schip aan de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.12 Machtiging verkoop opgeslagen zaken bij niet-ontvangst bij zeevervoer (artikel 8:491 BW jo artikel 632 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechtervan de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de kennisgeving van de voorgenomen verkoop (artikel 8:491 lid 2 BW);

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde, ‘notify party’ en bewaarnemer.

2.7.13 Gerechtelijk onderzoek naar toestand lading bij zeevervoer (artikel 8:494 BW jo artikel 633 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.14 Gerechtelijk onderzoek naar oorzaak schade bij bij zeevervoer (artikel 8:495 BWBW jo artikel 633 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.15 Machtiging verkoop schepen of andere zaken waaraan hulp is verleend (artikel 8:575 BW jo artikel 635 en 637 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank en de voorzieningenrechter (waaronder de rechter van de plaats waar het kantoor van teboekstelling is gelegen en de rechter binnen het rechtsgebied van wie de hulp is verleend).

Over te leggen stukken:

  • bewijs van oproeping van de eigenaar of rechthebbende op het schip of de zaak waaraan hulp is verleend;

  • de naw-gegevens van de eigenaar of rechthebbende op het schip of de zaak waaraan hulp is verleend, van de bewaarnemer en van de hulpverlener.

2.7.16 Benoeming dispacheur (afdeling 8.6.3 BW jo artikel 638 lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de reis eindigde.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de avarij-grosse handeling;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.17 Homologatie dispache (afdeling 8.6.3 BW jo artikel 641 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank Rotterdam.

Over te leggen stukken:

  • de dispache en – indien van toepassing – het bewijs van depot van de dispache;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.18 Herziening dispache (afdeling 8.6.3 BW jo artikel 641a Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank Rotterdam.

Over te leggen stukken:

  • de dispache en – indien van toepassing – het bewijs van depot van de dispache;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.19 Zekerheidsstelling voor schade wegens betwisting dispache (afdeling 8.6.3 BW jo artikel 641c Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • de dispache;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.20 Beperking aansprakelijkheid reder en hulpverlener zeeschip (artikel 8:750 BW jo artikel 642a Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling is gelegen of de rechtbank Rotterdam

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister of ander bewijs van de inschrijving van het schip in het betreffende buitenlandse scheepsregister;

  • een actuele meetbrief;

  • de naw-gegevens van alle bij het voorval betrokken partijen of van alle bekende schuldeisers.

2.7.21 Beperking aansprakelijkheid hulppersoon zeeschip (artikel 8:751 BW jo artikel 642a Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling is gelegen of de rechtbank Rotterdam

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister of ander bewijs van de inschrijving van het schip in het betreffende buitenlandse scheepsregister;

  • een actuele meetbrief;

  • de naw-gegevens van alle bij het voorval betrokken partijen of van alle bekende schuldeisers.

2.7.22 Machtiging doorhaling teboekstelling binnenschip (artikel 8:786 BW jo artikel 624 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank van de gekozen woonplaats en de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling gelegen is.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister van het schip;

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister van eventuele hypotheken of beslagen;

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs van iedere aanvrager;

  • indien de aanvrager een rechtspersoon is: een actueel uittreksel uit het handelsregister;

  • indien doorhaling wordt verzocht door een gevolmachtigde: een kopie van de volmacht;

  • stukken waaruit de gestelde reden van de doorhaling blijkt;

  • indien het schip is vergaan, gesloopt of blijvend ongeschikt is geworden: stukken ter staving van de gegrondheid daarvan.

2.7.23 Scheepshuurkoop (afdeling 8.8.3 BW jo artikel 625 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank (waaronder de rechtbank van de bij de teboekstelling van het binnenschip gekozen woonplaats (artikel 8:784 lid 7 BW)).

Over te leggen stukken:

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister;

  • een actueel uitreksel uit het scheepsregister betreffende hypotheken en beslagen;

  • een notariële akte van huurkoop;

  • indien van toepassing: bewijs van inschrijving van de huurkoop in het scheepsregister.

2.7.24 Aanwijzing bewaarnemer cognossement bij binnenvaart (artikel 8:946 lid 2 BW jo artikel 627 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank van de plaats, waar het cognossement aan de vervoerder moet worden afgegeven.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het cognossement;

  • de naw-gegevens van de vervoerder, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.25 Vaststelling zekerheid binnenvaart (artikel 8:954 BW jo artikel 631 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de aflevering plaatsvindt of moet plaatsvinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst;

  • bewijs van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.26 Toestemming voor het opslaan of onder zich houden van goederen of voor het treffen van andere maatregelen bij binnenvaart (artikel 8:955 lid 1 BW jo artikel 628 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.27 Machtiging verkoop opgeslagen zaken bij niet-ontvangst bij binnenvaart (artikel 8:957 BW jo artikel 632 Rv)BW)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde, ‘notify party’ en bewaarnemer.

2.7.28 Gerechtelijk onderzoek naar toestand lading bij binnenvaart (artikel 8:959 BW jo artikel 633 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.29 Gerechtelijk onderzoek naar oorzaak schade bij binnenvaart (artikel 8:960 BW jo artikel 633 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechtervan de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of van het recht op aflevering (cognossement);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’

2.7.30 Beperking aansprakelijkheid eigenaar en hulpverlener binnenschip (artikel 8:1060 BW jo artikel 642a Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling is gelegen of de rechtbank Rotterdam.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister of ander bewijs van de inschrijving van het schip in het betreffende buitenlandse scheepsregister;

  • een actuele meetbrief;

  • de naw-gegevens van alle bij het voorval betrokken partijen of van alle bekende schuldeisers.

2.7.31 Beperking aansprakelijkheid hulppersoon binnenschip (artikel 8:1061 BW jo artikel 642a Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling is gelegen of de rechtbank Rotterdam.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het scheepsregister of ander bewijs van de inschrijving van het schip in het betreffende buitenlandse scheepsregister;

  • een actuele meetbrief;

  • de naw-gegevens van alle bij het voorval betrokken partijen of van alle bekende schuldeisers.

2.7.32 Vaststelling zekerheid wegvervoer (artikel 8:1131 BW jo artikel 631 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de aflevering plaatsvindt of moet plaatsvinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of de expeditieovereenkomst;

  • bewijs van het recht op aflevering (vrachtbrief);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.33 Toestemming voor het opslaan of onder zich houden van goederen of voor het treffen van andere maatregelen bij wegvervoer (artikel 8:1132 lid 1 BW jo artikel 628 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (vrachtbrief);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.34 Machtiging verkoop opgeslagen zaken bij niet-ontvangst bij wegvervoer (artikel 8:1133 BW jo artikel 632 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (vrachtbrief);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde, ‘notify party’ en bewaarnemer.

2.7.35 Gerechtelijk onderzoek toestand afgeleverde goederen bij wegvervoer (artikel 8:1135 BW jo artikel 633 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst of van het recht op aflevering (vrachtbrief);

  • de naw-gegevens van de vervoerder, afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’

2.7.36 Toestemming voor het opslaan of onder zich houden van verhuisgoederen of voor het treffen van andere maatregelen bij wegvervoer (artikel 8:1197 lid 1 BW jo artikel 628 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (vrachtbrief);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde en ‘notify party’.

2.7.37 Machtiging verkoop opgeslagen verhuisgoederen bij niet-ontvangst bij wegvervoer (artikel 8:1198 BW jo artikel 632 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (vrachtbrief);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde, ‘notify party’ en bewaarnemer.

2.7.38 Goedkeuring teboekstelling luchtvaartuig (artikel 8:1303 BW jo artikel 624 RV)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.van de gekozen woonplaats en de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling gelegen is.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het nationaliteitsregister van het luchtvaartuig;

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs van iedere aanvrager;

  • indien de aanvrager een rechtspersoon is: een actueel uittreksel uit het handelsregister;

  • indien teboekstelling wordt verzocht door een gevolmachtigde: een kopie van de volmacht;

  • een verklaring van de Inspectie Verkeer en Waterstaat inzake de maximaal toegelaten massa;

  • een verklaring van de eigenaar in de zin van artikel 8:1303 lid 4 BW.

2.7.39 Machtiging doorhaling teboekstelling luchtvaartuig (artikel 8:1304 BW jo artikel 624 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.van de gekozen woonplaats en de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kantoor van teboekstelling gelegen is.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het nationaliteitsregister van het luchtvaartuig;

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs van iedere aanvrager;

  • indien de aanvrager een rechtspersoon is: een actueel uittreksel uit het handelsregister;

  • indien doorhaling wordt verzocht door een gevolmachtigde: een kopie van de volmacht;

  • een verklaring van de Inspectie Verkeer en Waterstaat inzake de maximaal toegelaten massa.

  • indien het luchtvaartuig niet of niet meer de hoedanigheid van Nederlands luchtvaartuig heeft: een door de Minister van Verkeer en Waterstaat afgegeven verklaring, dat de inschrijving van het luchtvaartuig in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen, bedoeld in artikel 3.3 van de Wet luchtvaart, is doorgehaald;

  • in een geval als bedoeld in artikel 8:1304 lid 1 onder b onderdelen 1°, 2° of 3° BW: een door de Minister van Verkeer en Waterstaat afgegeven verklaring, dat de inschrijving van het luchtvaartuig in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen, bedoeld in artikel 3.3 van de Wet luchtvaart, is doorgehaald;

  • in een geval als bedoeld in artikel 8:1304 lid 1 onder b onderdeel 4° BW: een door de bevoegde autoriteit afgegeven bewijsstuk van teboekstelling of een uittreksel uit het verdragsregister waaruit blijkt dat het luchtvaartuig aldaar te boek staat;

  • in andere gevallen: bescheiden, waaruit de gestelde feiten blijken.

2.7.40 Machtiging verkoop opgeslagen verhuisgoederen bij niet-ontvangst bij railwegvervoer (artikel 8:1380 BW jo artikel 632 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaken zich bevinden.

Over te leggen stukken:

  • bewijs van de vervoerovereenkomst (cognossement);

  • bewijs van de reden voor het opslaan, het onder zich houden of andere maatregelen;

  • bewijs van de oproeping van de rechthebbende;

  • de naw-gegevens van de afzender/bevrachter, geadresseerde, ‘notify party’ en bewaarnemer.

2.8 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

2.8.1 Verzet weigering afgifte afschrift beslissing (artikel 28 lid 6 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de brief van de griffier, inzake de (gehele of gedeeltelijke) weigering om aan het verzoek tot het geven van een afschrift te voldoen (artikel 28 lid 6 Rv).

2.8.2 Wraking (artikel 36 Rv)

Bevoegde rechter:

de wrakingskamer van de rechtbank.

2.8.3 Verlof voor uitbrengen exploot op alle dagen en uren (artikel 64 lid 3 Rv juncto artikel 1077 lid 3 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de concept-dagvaarding.

2.8.4 Verkorting dagvaardingstermijn (artikel 117 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de concept-dagvaarding.

2.8.5 Voorlopig getuigenverhoor (artikel 186 e.v. Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

2.8.6 Voorlopig deskundigenbericht/plaatsopneming (artikel 202 e.v. Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

2.8.7 Begroting kosten na uitspraak (artikel 237 lid 4 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechter die het vonnis heeft gewezen.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het vonnis waarin de kostenveroordeling is uitgesproken;

  • indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden: het exploot van betekening en de brief waarbij de wederpartij is aangeschreven om alsnog in der minne aan het gewezen vonnis te voldoen.

2.8.8 Verlof voor tenuitvoerlegging op alle dagen en uren (artikel 438b Rv juncto artikel 1077 lid 3 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de executoriale titel.

2.8.9 Verkorting termijn voor executoriaal beslag op roerende zaken (artikel 439 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.10 Overneming executie door beslaglegger (artikel 459 lid 3 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het stuk waaruit blijkt dat de beslaglegger de executant schriftelijk een redelijke termijn heeft gesteld om alsnog tot verkoop over te gaan (artikel 459 lid 2 Rv);

  • een kopie van de aanzeggingen van de beslaglegger aan de executant en de geëxecuteerde dat hij de executie wil overnemen (artikel 459 lid 1 Rv);

  • een kadastraal uittreksel waaruit blijkt of er meer beslagleggers met een executoriale titel zijn (degene die het oudste executoriale beslag heeft gelegd is bevoegd tot overneming, tenzij de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek van de meest gerede partij anders beslist (artikel 459 lid 3 Rv).

2.8.11 Vaststelling termijn waarbinnen pandhouder tot verkoop moet overgaan (artikel 461b Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het deurwaardersexploot waarbij de pandhouder aan de beslaglegger aanzegt dat hij de executie overneemt, met opgave van de termijn binnen welke hij tot verkoop zal overgaan.

2.8.12 Verkorting termijn voor verkoop in beslag genomen zaken (artikel 462 lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het deurwaardersexploot, waarbij de executie is aangezegd.

2.8.13 Verkoop van effecten aan toonder die niet ter beurze verhandelbaar zijn (artikel 463 lid 3 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het deurwaardersexploot, waarbij de executie is aangezegd.

2.8.14 Geschil over veilcondities etc. (artikel 463a Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het deurwaardersexploot, waarbij de executie is aangezegd;

  • een concept van de veilcondities.

2.8.15 Verkorting termijn voor het aanslaan der biljetten (artikel 465 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.16 Verlof verkoop in beslag genomen aandelen na executoriaal beslag (artikel 474g Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een actueel uittreksel uit het handelsregister van de vennootschap op wiens aandelen beslag is gelegd;

  • een kopie van de huidige statuten van de vennootschap op wiens aandelen beslag is gelegd;

  • de titel (vonnis, beschikking, gerechtelijke schikking of akte) op grond waarvan beslag is gelegd;

  • een kopie van de betekening van de titel aan debiteur;

  • een kopie van het verlof tot beslaglegging van de voorzieningenrechter;

  • een kopie van het exploot van beslaglegging;

  • een kopie van het exploot waarbij van het beslag mededeling is gedaan aan de geëxecuteerde;

  • zo mogelijk: de mededeling als bedoeld in artikel 474f Rv.

2.8.17 Benoeming rechter-commissaris voor rangregeling na executie roerende zaken (artikel 481 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • staat van alle in artikel 480 Rv bedoelde belanghebbenden (waaronder de executant en de geëxecuteerde) met vermelding van hun woonplaatsen, opgemaakt door de deurwaarder.

2.8.18 Afgifte pand aan bezitloos pandhouder (artikel 496 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de pandakte waarbij het pandrecht is gevestigd.

2.8.19 Verkorting termijn voor beslag op onroerende zaken (artikel 502 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.20 Aanstelling gerechtelijk bewaarder van bij geëxecuteerde in beslag genomen zaken (artikel 506 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.21 Overneming executie onroerende zaak door jongere beslaglegger (artikel 513 lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het stuk waaruit blijkt dat verzoeker de oudere beslaglegger schriftelijk een redelijke termijn heeft gesteld om alsnog tot verkoop over te gaan;

2.8.22 Vaststelling termijn waarbinnen hypotheekhouder tot verkoop of indiening verzoek onderhandse verkoop moet overgaan (artikel 545 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het deurwaardersexploot als bedoeld in artikel 544 Rv, houdende de aanzegging door de hypotheekhouder van de executie of de overneming daarvan.

2.8.23 Onderhandse executoriale verkoop (artikel 548 Rv)

Vereisten:

Zie hiervoor bij artikel 3:268 BW.

2.8.24 Rangregeling na executie onroerende zaken (artikel 552 Rv)

Vereisten:

Zie hiervoor bij artikel 3:271 BW.

2.8.25 Machtiging om zonder voorafgaand bevel tot betaling over te gaan tot executoriaal beslag op een schip (artikel 563 lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.26 Verkoop buitenlands zeeschip ter openbare terechtzitting (artikel 575 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het verzoekschrift datumbepaling (artikel 571 Rv);

  • een kopie van het verzoekschrift krantenaankondiging (artikel 575 Rv);

  • de veilingvoorwaarden;

  • een staat van geschatte kosten;

  • een akte van depot (artikel 575 lid 3 Rv);

  • een kopie van het procesdossier.

2.8.27 Machtiging om zonder voorafgaand bevel tot betaling over te gaan tot executoriaal beslag op een luchtvaartuig (artikel 584b lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

2.8.28 Verkoop luchtvaartuig (artikel 584f Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank in welker rechtsgebied het luchtvaartuig zich dan bevindt.

Over te leggen stukken

  • afschrift van het proces-verbaal van inbeslagneming

  • uittreksel uit de registratie voor luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 102 lid 1 van de Kadasterwet (dan wel een soortgelijk uittreksel uit het verdragsregister) dat in ieder geval de volgende gegevens bevat:

    • ° identiteit eigenaar of beperkt gerechtigde:

      naw-gegevens van de eigenaar van, beperkt gerechtigde met betrekking tot, of beslaglegger op een luchtvaartuig of, ingeval die eigenaar, gerechtigde of beslaglegger een rechtspersoon is, de rechtsvorm;

    • ° wettelijke naam beperkte rechten en beslagen:

      de wettelijke benaming van de beperkte rechten waaraan de luchtvaartuigen onderworpen zijn, en van de beslagen die op die luchtvaartuigen of beperkte rechten zijn gelegd, als ook of die luchtvaartuigen of beperkte rechten onder bewind staan, alsmede of ten aanzien daarvan zijn ingeschreven:

      • een beding als bedoeld in artikel 6:252 BW en

      • de voorrechten als bedoeld in artikel 8:1317 BW;

    • ° nationaliteits- en inschrijvingskenmerk:

      het nationaliteitskenmerk en het inschrijvingskenmerk, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

    • ° gegevens fabrikant en luchtvaartuig zelf:

      de naam en woonplaats van de fabrikant, het type, jaar en plaats van de bouw, het serienummer, zo het luchtvaartuig dat heeft, met de aanduiding van de plaats waar dit nummer is aangebracht, het aantal motoren, het type, vermogen en de fabrikant van elke motor, alsmede het fabrieksnummer daarvan met de aanduiding van de plaats waar dit nummer is aangebracht;

    • ° maximaal gewicht en laadvermogen:

      de maximaal toegelaten startmassa;

    • ° boekingsnummer op grond van artikel 22 lid 1 onder d Kadasterwet:

      de dagtekening van de teboekstelling en het boekingsnummer, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel d Kadasterwet;

    • ° elk register waarin het luchtvaartuig ooit heeft teboekgestaan:

      voor zover op een luchtvaartuig een recht van hypotheek rust, ten minste de gegevens, genoemd in artikel 48, tweede lid, onderdeel i Kadasterwet;

    • ° de gegevens omtrent niet doorgehaalde voorlopige aantekeningen.

2.8.29 Machtiging verkoop ten vervoer ontvangen zaken (artikel 632 Rv)

Vereisten:

zie hiervoor bij de artikelen 8:491, 957, 1133 en 1198 BW.

2.8.30 Gerechtelijk onderzoek toestand lading/oorzaak schade (artikel 633 Rv)

Vereisten:

Zie hiervoor bij artikelen 8:494, 495, 959, 960 en 1135 BW.

2.8.32 Verkoop in bewaring genomen goederen door gerechtelijk bewaarder (artikel 858 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het bevel tot bewaring waarbij de bewaarder is benoemd.

2.8.33 Tenuitvoerlegging buitenlandse alimentatiebeslissing op basis van de Alimentatie-executieverdragen AE I of AE II (artikel 985 Rv en de Alimentatie-executieverdragen van 15 april 1958 en van 2 oktober 1973)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • volledig en authentiek afschrift van de beslissing;

  • stukken waaruit blijkt dat tegen de beslissing geen gewoon rechtsmiddel openstaat in de staat van herkomst en dat de beslissing daar uitvoerbaar is;

  • bij verstek: het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het stuk waarmee het geding is ingeleid aan de partij tegen wie het verstek is verleend, is betekend of is meegedeeld;

  • een voor eensluidend gewaarmerkte vertaling van bovengenoemde stukken.

2.8.34 Tenuitvoerlegging in het buitenland gegeven rechterlijke beslissing niet op basis van het EEX-verdrag, de EEX-verordening of het EVEX-verdrag (artikel 985 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • volledig en authentiek afschrift van de beslissing die ten uitvoer wordt gelegd;

  • stukken waaruit blijkt dat tegen de beslissing geen gewoon rechtsmiddel openstaat in het land van herkomst en dat de beslissing aldaar uitvoerbaar is;

  • bij verstek: het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het stuk waarmee het geding is ingeleid aan de partij tegen wie het verstek is verleend, is betekend of is meegedeeld;

  • een voor eensluidend gewaarmerkte vertaling van bovengenoemde stukken.

2.8.35 Tenuitvoerlegging van in het buitenland verleden authentieke akten en andere executoriale titels, niet op basis van het EEX-verdrag, de EEX-verordening of het EVEX-verdrag (artikel 993 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • de te legaliseren titel.

2.8.36 Wet deelgeschilprocedure letsel- en overlijdensschade (nieuwe titel 17 wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, artt. 1019w-1019cc Rv)

Bevoegde rechter:

de kantonrechter/rechtbank (afhankelijk van de vermoedelijke bevoegdheid in de zaak ten principale.

Over te leggen stukken:

  • Processtukken en beslissing in een eventueel eerder verzoek ex art. 1019w Rv.

2.8.37 Benoeming arbiter(s) (artikel 1027 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de arbitrageovereenkomst.

2.8.38 Verzoek tot beslissing over wraking arbiter(s) (artikel 1035 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de arbitrageovereenkomst;

  • een kopie van het besluit of de beschikking waarbij de arbiter(s) is/zijn benoemd;

  • een kopie van de schriftelijke kennisgeving tot wraking.

2.8.39 Verzoek horen weigerachtige getuige in arbitrage (artikel 1041 lid 2 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het arbitraal vonnis, waarbij het getuigenverhoor is bepaald;

  • een kopie van het proces-verbaal van de weigering.

2.8.40 Exequatur arbitraal vonnis (artikel 1062 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • indien het arbitraal vonnis ter griffie is nedergelegd: een kopie van het arbitraal vonnis en een kopie van de akte van nederlegging van het arbitraal vonnis;

  • indien het arbitraal vonnis niet ter griffie is nedergelegd: een origineel afschrift van het arbitraal vonnis.

2.8.41 Schorsing tenuitvoerlegging arbitraal vonnis (artikel 1066 Rv)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de arbitrageovereenkomst;

  • een kopie van het arbitrale vonnis;

  • stukken met betrekking tot het depot van het arbitrale vonnis;

  • een kopie van het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis;

  • een kopie van de betekening van het verlof aan de debiteur;

  • het zaaknummer waaronder de procedure tot vernietiging van het arbitrale vonnis bij de rechtbank bekend is.

2.8.42 Tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis op basis van Verdrag van New York (artikel 1075 juncto artikelen 985-992 Rv en Verdrag van New York 1958)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een gelegaliseerd origineel van de uitspraak of een gewaarmerkt afschrift daarvan (artikel IV Verdrag van New York);

  • een gelegaliseerd origineel van de arbitrageovereenkomst of een gewaarmerkt afschrift daarvan (artikel IV juncto artikel II lid 2 Verdrag van New York);

  • een voor eensluidend gewaarmerkte vertaling van bovengenoemde stukken.

2.8.43 Tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis anders dan op basis van een verdrag (artikel 1076 Rv)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • de originele uitspraak of een gewaarmerkt afschrift daarvan;

  • de originele arbitrageovereenkomst of een gewaarmerkt afschrift daarvan.

2.9 Diverse wetten

2.9.1 Landinrichtingswet – ruilverkaveling (artikel 175 e.v.)

Bevoegde rechter:

de rechter-commissaris van de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van eventueel ingediende bezwaren;

  • een kopie van het proces-verbaal van de behandeling van het bezwaar door de Landinrichtingscommissie;

  • een kopie van de kaart van de kadastrale situatie.

2.9.2 Onteigeningswet – vervroegde plaatsopneming/descente te onteigenen onroerende zaken (artikel 23 onder 2° en 3° en artikel 54a)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • de bewijzen als bedoeld in artikel 23 onder 2° en 3° Onteigeningswet:

    • een door het gemeentebestuur afgegeven bewijs dat de bezwarencommissie zitting heeft gehouden, met vermelding in welk nieuws- of advertentieblad en op welk tijdstip voornoemde zitting is aangekondigd;

    • een door het gemeentebestuur afgegeven bewijs dat het uitgewerkte plan met bijbehorende kaarten en grondtekeningen op de secretarie van de gemeente dan wel provincie ter inzage hebben gelegen;

  • de stukken als bedoeld in artikel 54a lid 2 Onteigeningswet:

    • een uitgewerkt plan met kaarten van het werk met grondtekeningen van de te onteigenen onroerende zaken, met vermelding van hun kadastrale aanduidingen;

    • een lijst van de te onteigenen onroerende zaken met kadastrale aanduiding, grootte van de betrokken percelen volgens kadastrale registratie, grootte van het te onteigenen gedeelte en namen, adres en woonplaats van de eigenaren;

    • bewijs dat de onteigende partij het verzoekschrift aan de belanghebbenden heeft doen toekomen bij aangetekende brief.

2.9.3 Onteigeningswet – inbezitstelling (artikel 57)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een afschrift van het vonnis tot onteigening;

  • een verklaring van de griffier, dat het vonnis gezag van gewijsde heeft verkregen;

  • een afschrift van het proces-verbaal van de opneming door de deskundigen, indien deze opneming heeft plaats gevonden overeenkomstig artikel 54j, lid 1 of lid 3 Onteigeningswet;

  • het bewijs, dat de schadeloosstelling of het voorschot, bedoeld in artikel 54i Onteigeningswet, is betaald dan wel het bewijs van consignatie in de gevallen van de artikelen 3, 58 en 59 Onteigeningswet.

2.9.4 Wet bescherming persoonsgegevens (artikel 46)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de beslissing van de beheerder van het register dat geen persoonsgegevens worden verstrekt;

  • indien de zaak bij het College bescherming persoonsgegevens is aangebracht: een kopie van het bericht van dit college dat het de behandeling heeft gestaakt.

2.9.5 Wet op de rechtsbijstand – bevelschrift eigen bijdrage (artikel 38 lid 4)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de door de Raad voor de Rechtsbijstand verleende toevoeging.

2.9.6 Wet op de strandvonderij – geschil over geborgen zaken (artikel 16)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

2.9.7 Wet op het notarisambt – legalisatie (artikel 52 lid 3)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een aan de notaris ter legalisatie aangeboden stuk, met daarop of op een daaraan gehecht stuk een door hem gedagtekende en ondertekende verklaring waarin hij de echtheid van de handtekening bevestigt.

2.9.8 Wet politieregisters (artikel 23)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de beslissing van de beheerder van het register dat geen persoonsgegevens zullen worden verstrekt;

  • indien de zaak bij het College bescherming persoonsgegevens is aangebracht: een kopie van het bericht van dit college dat het de behandeling heeft gestaakt.

2.9.9 Wet tarieven in burgerlijke zaken – verzet dwangbevel (artikel 22)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het dwangbevel.

2.9.9A Wet griffierecht burgerlijke zaken – verzet dwangbevel (artikel 30 Wgbz)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het dwangbevel.

2.9.10 Wet tarieven in burgerlijke zaken – verzet voorschot vastrecht (artikel 24)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de griffierechtrekening (een rekening-courantoverzicht of een acceptgiro).

2.9.11 Wet tarieven in burgerlijke zaken – verzet vastrecht (artikel 25)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de griffierechtrekening (een rekening-courantoverzicht of een acceptgiro).

2.9.11A Wet griffierecht burgerlijke zaken – verzet griffierecht of verschotten (artikel 29 Wgbz)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de griffierechtrekening (een rekening-courantoverzicht of een nota)

  • bewijs van de betaling van het griffierecht of de verschotten.

2.9.12 Wet tarieven in burgerlijke zaken – vaststellen salaris advocaat (artikel 33)

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de declaratie met specificatie;

  • een kopie van de begroting van de Raad van Toezicht.

2.9.13 Wet tarieven in burgerlijke zaken – herziening begroting salaris advocaat (artikel 37)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de declaratie met specificatie;

  • een kopie van het dossier waarop de declaratie betrekking heeft;

  • een kopie van de begroting van de Raad van Toezicht.

2.9.14 Bezwaar tegen beschikking van de griffier inzake toekenning van een vergoeding voor tijdverzuim,, daarmee verband houdende noodzakelijke kosten en voor reis- en verblijfkosten. (artikel 8 lid 2 Wet tarieven in strafzaken).

Bevoegde rechter:

de voorzieningenrechter.

Over te leggen stukken:

  • de beschikking van de griffier.

2.9.15 Wet voorkeursrecht gemeenten – verzoek tot benoeming van een of meer deskundigen ter verkrijging van advies over de prijs (artikel 16)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een gewaarmerkt afschrift van het verzoek van de verkoper aan het college van burgemeester en wethouders dat over de prijs advies zal worden uitgebracht.

2.9.16 Wet voorkeursrecht gemeenten – verzoek tot een oordeel over de prijs (artikel 17)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van het door de deskundige(n) opgestelde advies over de prijs.

2.9.17 Wet voorkeursrecht gemeenten – inroepen nietigheid rechtshandelingen door gemeente (artikel 26)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van de akte waarin de desbetreffende rechtshandeling is vervat.

2.9.18 Verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap of het ontbreken daarvan (artikel 17 Rijkswet op het Nederlanderschap)

Bevoegde rechter:

rechtbank Den Haag

2.10 Beëdigingen

2.10.1 Beëdiging advocaat (artikel 3 Advocatenwet)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een kopie van de bul, zoals bedoeld in artikel 2 Advocatenwet;

  • een gewaarmerkte verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden;

alsmede, indien de verzoeker voor de eerste keer wordt beëdigd:

  • een kopie van de cijferlijst;

alsmede, indien de verzoeker in een ander arrondissement als advocaat ingeschreven staat of stond:

  • een verklaring, afgegeven door de Raad van Toezicht aldaar, waaruit blijkt dat de advocaat niet tuchtrechtelijk is veroordeeld en niet in staat van faillissement heeft verkeerd.

2.10.2 Beëdiging (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand (artikel 1:16 lid 4 BW)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie, niet ouder dan drie maanden;

  • een kopie van het besluit van het college van burgemeester en wethouders waarbij de ambtenaar is benoemd.

2.10.3 Beëdiging (waarnemend) gerechtsdeurwaarder, toegevoegd kandidaat-deurwaarder (artikel 9 lid 1, 23 lid 3 en 28 lid 2 Gerechtsdeurwaarderswet)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • - een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • - een kopie van het Koninklijk Besluit waarbij de verzoeker tot deurwaarder is benoemd respectievelijk waarbij toestemming is verleend tot aanwijzing van de kandidaat-deurwaarder tot toegevoegd kandidaat-deurwaarder.

2.10.4 Beëdiging ambtenaar reclassering (artikel 6 lid 2 Reclasseringsregeling 1995)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • - een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • - een kopie van het bestuursbesluit waarbij de reclasseringswerker als zodanig is aangewezen.

2.10.5 Beëdiging tolk of vertaler (artikel 12 Wet beëdigde tolken en vertalers)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een bewijs van inschrijving in het door het de Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch, Bureau beëdigde tolken en vertalers, aangehouden Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv).

2.10.6 Beëdiging notaris (artikel 3 lid 2 Wet op het notarisambt)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een kopie van het Koninklijk Besluit.

2.10.7 Beëdiging kandidaat-notaris tot waarnemer (artikel 30 lid 1 Wet op het notarisambt)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een kopie van de bul, zoals bedoeld in artikel 6 Wet op het notarisambt;

  • een verklaring van de notaris- werkgever;

  • een stageverklaring (drie jaar stage);

  • stukken waaruit blijkt dat het examen beroepsopleiding is behaald;

  • een gewaarmerkte verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden;

  • een verklaring van geen bedenkingen;

  • een verklaring van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie dat de verzoeker aldaar is gemeld.

2.10.8 Beëdiging bestuursleden en personeel Bureau Financieel Toezicht (artikel 110 lid 10 Wet op het notarisambt)

Bevoegde rechter:

rechtbank Utrecht.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een kopie van het benoemingsbesluit.

2.10.9 Beëdiging officier van justitie (artikel 1g lid 1 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren)

Bevoegde rechter:

de rechtbank.

Over te leggen stukken:

  • een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • een kopie van het besluit van de Minister van Justitie.

3 Slotbepaling

3.1.1 Vaststelling en inwerkingtreding

Dit gewijzigde reglement is in de vergadering van het Landelijk Overleg Voorzitters Sector Civiel en Kanton (LOVCK) van 16 april 2012 vastgesteld.

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2013.

3.1.2 Overgangsbepaling

Het reglement is van toepassing op alle verzoekschriften ingediend na 1 april 2013. Het reglement is tevens van toepassing op proceshandelingen in op dat moment lopende verzoekschriftprocedures, die na 1 april 2013 nog worden verricht.

3.1.3 Vervanging

Dit reglement vervangt de bestaande reglementen.

4 Bijlagen

4.1

Bijlage I: piketregelingen

4.2

Bijlage II: gebruikelijke tijd voor de mondelinge behandeling

4.3

Bijlage III: vaste uitsprakendagen

Voor bovenstaande bijlagen wordt u verwezen naar de versie van dit reglement gepubliceerd op http://www.rechtspraak.nl/Procedures/Landelijke-regelingen/Sector-civiel-recht/Pages/default.aspx


X Noot
1

Aan het verzenden van faxberichten zijn risico's verbonden. Het verdient derhalve de voorkeur om verzoekschriften in originele vorm aan te leveren.

X Noot
2

Indien het verzoekschrift wordt ondertekend door een andere advocaat dan de in het verzoekschrift vermelde advocaat, wordt de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbaar handschrift onder de handtekening vermeld. De ondertekening kan niet ‘i/o’ door een ander dan een advocaat worden gedaan.

X Noot
3

Redactieraad: gereserveerd voor een nieuwe paragraaf over Burgerlijk Wetboek, boek 1. In deze nieuwe paragraaf zal een artikel worden opgenomen over de bijzonder curator.

X Noot
4

Als een boekhouder het verzoek doet, hoeft hij uiteraard niet zijn eigen naw-gegevens te overleggen.

X Noot
5

De bevoegdheid van de boekhouder is ex artikel 8:170 lid 1 afhankelijk van het einde van diens betrekking.

X Noot
6

De bevoegdheid van de boekhouder ex artikel 8:170 lid 2 is afhankelijk van het einde van diens betrekking en de tijdige kennisgeving van zijn verlangen tot overneming.