Datum 18 juli 2024
Kenmerk 2024-0000513823
In het verzoek van 17 mei 2024, 2024-0000446689, heeft Stichting Protestants Christelijk Ziekenhuis Ikazia verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de gezondheidszorgverlening aan patiënten. Dit verzoek betreft een wijziging van het besluit van 24 januari 2014, 2014-0000038932.
Gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen en artikel 39 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
In dit besluit wordt verstaan onder:
Stichting Protestants Christelijk Ziekenhuis Ikazia;
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
de individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
de zorg die wordt verleend na de laatste behandeling met betrekking tot individuele gezondheidszorg;
de ingeschrevene aan wie het ziekenhuis individuele gezondheidszorg of vervolgzorg verleend;
de ouders, voogd, curator of mentor van een minderjarige patiënt, als bedoeld in artikel 7:465, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek;
curator, mentor of andere personen die gemachtigd zijn namens een meerderjarige patiënt op te treden als bedoeld in artikel 7:465, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek.
1. Aan het ziekenhuis wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I en II bij dit besluit.
2. Het ziekenhuis verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die een patiënt is en de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor het verlenen van individuele gezondheidszorg of vervolgzorg door het ziekenhuis aan die patiënt.
3. Het ziekenhuis verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over de ingeschrevene, die een:
a. (wettelijk) vertegenwoordiger van een minderjarige patiënt is, of;
b. (wettelijk) vertegenwoordiger van een meerderjarige patiënt is, en
c. de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor het verlenen van individuele gezondheidszorg of vervolgzorg door het ziekenhuis aan patiënten.
4. Aan het ziekenhuis worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het ziekenhuis bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I en II bij dit besluit.
1. Indien een verstrekking aan het ziekenhuis op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.
2. De verstrekking van gegevens aan het ziekenhuis die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij ‘indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde’ is vermeld.
3. Indien aan het ziekenhuis gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
1. Het ziekenhuis verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:
a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het ziekenhuis;
b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het ziekenhuis;
c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het ziekenhuis.
Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 18 juli 2024
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Koninkrijksrelaties namens deze, F. Jacob Directeur Uitvoering
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
51 |
PERSOON |
51.01.10 |
A-nummer persoon |
51.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
51.02.10 |
Voornamen persoon |
51.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
51.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.02.10 |
Voornamen ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam ouder1 |
02.03.10 |
Geboortedatum ouder1 |
02.62.10 |
Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder1 |
02.81.20 |
Aktenummer van de akte waaraan gegevens over ouder1 ontleend zijn |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.02.10 |
Voornamen ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam ouder2 |
03.03.10 |
Geboortedatum ouder2 |
03.62.10 |
Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder2 |
03.81.20 |
Aktenummer van de akte waaraan gegevens over ouder2 ontleend zijn |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.10 |
Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.10 |
Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
58 |
VERBLIJFPLAATS |
58.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
58.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
58.11.10 |
Straatnaam |
58.11.20 |
Huisnummer |
58.11.30 |
Huisletter |
58.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
58.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
58.11.60 |
Postcode |
58.11.70 |
Woonplaatsnaam |
58.12.10 |
Locatiebeschrijving |
58.13.10 |
Land adres buitenland |
58.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
58.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
58.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
58.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
09 |
KIND |
09.01.10 |
A-nummer kind |
09.02.10 |
Voornamen kind |
09.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam kind |
09.02.40 |
Geslachtsnaam kind |
09.03.10 |
Geboortedatum kind |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
11.33.10 |
Indicatie curateleregister |
11.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding |
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
|
---|---|---|
01 |
PERSOON |
|
01.01.10 |
A-nummer persoon |
|
01.02.10 |
Voornamen persoon |
|
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
|
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
|
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
|
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
|
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
|
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
|
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
|
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
|
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
|
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
|
06 |
OVERLIJDEN |
|
06.08.10 |
Datum overlijden |
|
07 |
INSCHRIJVING |
|
07.70.10 |
Indicatie geheim |
|
08 |
VERBLIJFPLAATS |
|
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
|
08.11.10 |
Straatnaam |
|
08.11.20 |
Huisnummer |
|
08.11.30 |
Huisletter |
|
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
|
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
|
08.11.60 |
Postcode |
|
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
|
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
|
08.13.10 |
Land adres buitenland |
|
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
|
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
|
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
Inleiding
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over ‘de afnemer’ worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Het autorisatiebesluit
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
De verstrekking op verzoek
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Overige verstrekkingen
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd ‘herstelbericht’ verstuurd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie ‘onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde’ geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve Stichting Protestants Christelijk Ziekenhuis Ikazia (in deze toelichting genoemd: het ziekenhuis). Het ziekenhuis is een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet toelating zorginstellingen.
Het ziekenhuis is ingevolge artikel 39 van het Besluit BRP aangewezen als derde die in aanmerking komt voor de systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.
De primaire taak van het ziekenhuis, waarvoor het ziekenhuis gegevens uit de basisregistratie personen verstrekt mag krijgen, is de gezondheidszorgverlening aan patiënten in de instelling. Dit blijkt uit Bijlage 4 bij het Besluit BRP. Het ziekenhuis verleent niet enkel gezondheidszorg aan patiënten, maar voert ook werkzaamheden die daar direct mee zijn verbonden. Als zodanig kunnen deze werkzaamheden verenigbaar met het primaire doel, de gezondheidszorgverlening aan patiënten, worden geacht. Dit blijkt uit de memorie van toelichting bij het Besluit GBA (de voorloper van het Besluit BRP).
Het ziekenhuis heeft voor de uitvoering van haar taken gegevens uit de basisregistratie personen nodig van patiënten. Een patiënt is degene bij wie handelingen met betrekking tot individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg of vervolgzorg als bedoeld in artikel 1 onder m van dit besluit worden verricht.
Het ziekenhuis heeft gegevensverstrekking uit de basisregistratie patiënten nodig voor de uitvoering van de volgende werkzaamheden:
Wanneer een persoon zich bij het ziekenhuis meldt omdat aan hem/haar individuele gezondheidszorg moet worden verleend, moet het ziekenhuis deze persoon identificeren en inschrijven in de patiëntenadministratie.
Aanmelding in het ziekenhuis kan plaatsvinden op verschillende manieren:
– Een patiënt kan worden aangemeld bij het ziekenhuis middels een verwijsbrief vanuit de huisarts van de patiënt. Aan de hand van de identificerende gegevens in de verwijsbrief (hier staat in ieder geval de naam en geboortedatum van de patiënt in, soms ook het burgerservicenummer) wordt door het ziekenhuis de patiënt ad hoc opgezocht in de basisregistratie personen.
– Een patiënt kan zich ook melden aan de balie van het ziekenhuis met een verwijsbrief van zijn/haar huisarts. Aan de hand van de identificerende gegevens in de verwijsbrief (hier staat in ieder geval de naam en geboortedatum van de patiënt in, soms ook het burgerservicenummer) in combinatie met gegevens van het identiteitsbewijs van de patiënt, wordt door het ziekenhuis de patiënt ad hoc opgezocht in de basisregistratie personen.
– Tevens kan een patiënt binnenkomen bij het ziekenhuis via de spoedeisende hulp. In dit geval wordt de patiënt, wanneer deze aanspreekbaar is, geïdentificeerd aan de hand van identificerende vragen of, indien aanwezig, aan de hand van een identiteitsbewijs. Aan de hand van de identificerende gegevens wordt door het ziekenhuis de patiënt ad hoc opgezocht in de basisregistratie personen.
In alle bovenstaande gevallen wordt, aan de hand van identificerende gegevens uit de basisregistratie personen, gecontroleerd of de patiënt reeds staat opgenomen in de patiëntenadministratie van het ziekenhuis. Zo niet, worden de identificerende- en adresgegevens van de patiënt opgenomen in de patiëntenadministratie. Daarnaast checkt het ziekenhuis aan de hand van de gegevens in de basisregistratie personen of de patiënt mogelijk onder curatele staat of, in het geval van een minderjarige patiënt, wie het ouderlijk gezag heeft.
Indien een patiënt die al is opgenomen in de patiëntenadministratie zich in het ziekenhuis meldt aan de balie, omdat hij of zij een afspraak heeft, wordt de patiënt geïdentificeerd aan de hand van zijn of haar identiteitsbewijs. De gegevens die zijn opgenomen in de patiëntenadministratie worden op dat moment doorgelopen met de patiënt. Als de patiënt aangeeft dat zijn gegevens niet (meer) kloppen, moet de basisregistratie personen ad hoc worden geraadpleegd om de actuele gegevens van de patiënt te achterhalen en bij te werken in de patiëntenadministratie.
Als het ziekenhuis twijfelt aan de juistheid of actualiteit van de gegevens van een patiënt in de patiëntenadministratie, dan kan het ziekenhuis deze gegevens ad hoc uit de basisregistratie personen opvragen om ze te verifiëren.
Het ziekenhuis heeft ook gegevens van patiënten nodig aan wie door het ziekenhuis individuele gezondheidszorg wordt verleend, om deze patiënten op een juiste manier aan te kunnen schrijven. Het ziekenhuis informeert patiënten over bijvoorbeeld het wijzigen van een gemaakte afspraak of vorderingen in het individuele zorgverleningsproces en het versturen van facturen in verband met de verleende gezondheidszorg. Facturen worden rechtstreeks naar patiënten gezonden in het geval de patiënt onverzekerd is, de verleende zorg niet of maar deels wordt vergoed, of de patiënt in het buitenland woont.
Ook verstuurt het ziekenhuis PROM (patient reported outcome measure)-vragenlijsten aan patiënten. Het doel van deze vragenlijsten is om samen met een patiënt te komen tot een gezamenlijk gedragen behandeldoel en om de patiënt te vragen naar zijn/haar ervaringen met betrekking tot de gezondheidszorgverlening. Voorafgaand aan het versturen van deze vragenlijsten wordt toestemming van de patiënt gevraagd. Gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen voor deze taak is geoorloofd, voor zover deze vragenlijsten zien op de (verbetering van de) individuele gezondheidszorgverlening aan een patiënt. Het versturen van de vragenlijsten gaat regelmatig per post aangezien niet altijd een (actueel) emailadres aanwezig is en deze vragenlijsten tevens gevoelige informatie over een patiënt kunnen bevatten, waardoor het ziekenhuis er zeker van moet zijn dat deze vragenlijsten bij de juiste persoon terechtkomen.
Gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen over patiënten kan ook nodig zijn ten behoeve van het verlenen van individuele gezondheidszorg aan de patiënt, bijvoorbeeld ten behoeve van een juiste diagnose. Zo kan een arts aan de hand van de geboortedatum van de patiënt afleiden of bepaalde behandelingen wel of niet aan een patiënt kunnen worden gegeven. Daarnaast kan het voor de arts relevant zijn waar een patiënt is geboren, om te kunnen bepalen of de patiënt de patiënt eventueel behoort tot een bepaalde bevolkingsgroep waar sommige medische aandoeningen vaker voorkomen.
Het ziekenhuis moet tevens gegevens uit de basisregistratie personen opvragen om patiënten te traceren ten opzichte van wie de laatste behandeling met betrekking tot individuele gezondheidszorg reeds heeft plaatsgevonden, maar waarmee contact moet worden opgenomen omdat bijvoorbeeld achteraf defecten of bijwerkingen van implantaten (art. 7a Wkkgz), hartkleppen of medicijnen worden vastgesteld, dat er nieuwe behandelmethoden zijn of wanneer er sprake is van nieuwe gezondheidsrisico’s voor de patiënt. Deze werkzaamheden worden aangeduid als ‘vervolgzorg’.
Tevens heeft het ziekenhuis voor de uitvoering van haar taken gegevens uit de basisregistratie nodig over ouders of wettelijk vertegenwoordigers van een minderjarige patiënt en over de curator, mentor of andere personen die gemachtigd zijn namens een meerderjarige patiënt op te treden.
Het ziekenhuis heeft op verzoek gegevensverstrekking uit de basisregistratie van deze personen nodig voor de uitvoering van de volgende werkzaamheden:
Wanneer een minderjarige patiënt zich in het ziekenhuis meldt, moet het ziekenhuis de (gezaghebbende) ouders of wettelijk vertegenwoordigers van deze patiënt kunnen identificeren. Deze personen worden als contactpersoon van de patiënt in de patiëntenadministratie opgenomen. Het ziekenhuis identificeert deze personen door een vraag in de basisregistratie personen.
Wanneer een meerderjarige persoon, die zelf niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen, zich bij het ziekenhuis meldt, moet de curator, mentor of andere personen die gemachtigd zijn namens deze meerderjarige patiënt op te treden, indien op dat moment aanwezig, ook worden geïdentificeerd. Het ziekenhuis beschikt vaak over de beschikking van de rechtbank die de curator meeneemt. Daarin staat de naam, achternaam en geboortedatum van de curator. De gemachtigde krijgt een eigen dossier in het systeem om zodoende toegang te kunnen krijgen tot het online dossier van de patiënt.
Het ziekenhuis moet de ouders/wettelijk vertegenwoordigers van minderjarige patiënten of de curator/mentor/andere persoon die gemachtigd is namens een meerderjarige patiënt op te treden, kunnen aanschrijven. Dit is bijvoorbeeld noodzakelijk wanneer toestemming moet worden gevraagd voor een medische ingreep bij de patiënt, of wanneer deze personen moeten worden geïnformeerd over de individuele gezondheidszorg aan de patiënt. Om deze personen aan te kunnen schrijven, is het noodzakelijk (naam- en adres)gegevens in de basisregistratie personen op te vragen.
Hierbij geldt dat over de (wettelijke) vertegenwoordiger die uit hoofde van een professionele functie van bijvoorbeeld advocaat, bewindvoerder, mentor, curator of voogd is aangewezen om een patiënt te vertegenwoordigen geen adresgegevens uit de basisregistratie personen mogen worden bevraagd. Woonadressen van deze personen zijn namelijk niet noodzakelijk voor de uitvoering van bovengenoemde taak, omdat zij worden aangeschreven op het adres waarop zij hun functie uitoefenen en die gegevens komen niet in de basisregistratie personen voor.
Het ziekenhuis heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor beschreven taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het ziekenhuis krijgt hiervoor een gegevensverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroep van het ziekenhuis behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
De verstrekking van gegevens op verzoek aan het ziekenhuis
Het ziekenhuis mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlagen I en II.
Het ziekenhuis mag de in bijlage I opgenomen gegevens opvragen van patiënten die individuele gezondheidszorg of vervolgzorg dienen te ontvangen.
Het ziekenhuis mag de in bijlage II opgenomen gegevens opvragen van de (wettelijk) vertegenwoordigers van meerderjarige patiënten of de (wettelijk) vertegenwoordigers van minderjarige patiënten.
Categorie 01
De grondslag voor het verwerken van het gegeven ‘01.01.20 Burgerservicenummer persoon’ van patiënten is opgenomen in de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg. Het ziekenhuis heeft geen grondslag om het burgerservicenummer van de wettelijke vertegenwoordigers van patiënten te verwerken.
Het gegeven ‘01.04.10 geslachtsaanduiding’ is van belang voor de correcte aanschrijving van personen en voor de identificatie van personen indien het ziekenhuis niet over het burgerservicenummer beschikt. Het gegeven ‘01.03.10 geboortedatum’ is eveneens noodzakelijk voor de identificatie van personen.
De gegevens ‘01.03.30 geboorteland’ en ‘01.03.20 geboorteplaats’ zijn noodzakelijk om dubbele inschrijvingen uit de administratie te kunnen halen. De gegevens dienen in dat geval als extra identificerende gegevens. Verder zijn de gegevens noodzakelijk om personen te kunnen terugroepen, bijvoorbeeld omdat personen op basis van deze gegevens eerder in aanmerking komen voor een nieuwe behandeling. Tenslotte om te kunnen achterhalen of de persoon behoort tot een bepaalde bevolkingsgroepen waar sommige medische aandoeningen vaker voorkomen (bijvoorbeeld sikkelcelziekte).
Categorie 51
Historische gegevens over personen zijn nodig voor het terugroepen van personen (bijvoorbeeld in verband met ontdekte defecten aan implantaten), indien van deze persoon geen burgerservicenummer of huidig adres in de patiëntenadministratie bekend is. Verder zijn de gegevens noodzakelijk om dubbele inschrijvingen te achterhalen. Het komt geregeld voor dat een persoon onder een bepaalde naam is ingeschreven en dat deze persoon nadien zijn naam heeft laten wijzigen.
Categorie 02 en 03
Het ziekenhuis heeft gegevens uit deze categorieën nodig om vast te kunnen stellen wie de wettelijke vertegenwoordiger is van de minderjarige patiënt.
Wettelijk vertegenwoordigers worden opgenomen als contactpersonen in de patiëntenadministratie en worden bijvoorbeeld aangeschreven om toestemming te verkrijgen voor een medische ingreep.
Categorie 05
Gegevens over huwelijk/geregistreerd partnerschap zijn noodzakelijk, ten behoeve van een juiste aanschrijving van personen.
Verstrekking van gegevens over echtgenoot/geregistreerd partner is daarnaast noodzakelijk in het geval dat een meerderjarige patiënt, die niet in staat is zelf zijn/haar belangen te behartigen, door de partner vertegenwoordigd wordt.
Categorie 06
Datum overlijden is een noodzakelijk gegeven om te voorkomen dat overleden patiënten worden aangeschreven. Verder is datum van overlijden ook noodzakelijk voor het actueel houden van het patiëntenbestand.
Categorie 07
Het ziekenhuis krijgt tevens het gegeven ‘07.70.10 Indicatie geheim’ verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het ziekenhuis aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
Categorie 08
Gegevens over verblijfplaats worden verstrekt om een patiënt aan te schrijven en voor eenduidige identificatie. De gegevens ‘08.13.10’ Land adres buitenland, ‘08.13.30 Regel 1 adres buitenland’, ‘08.13.40 Regel 2 adres buitenland’ en ‘08.13.50 Regel 3 adres buitenland’ zijn gegevens van niet-ingezetenen en zijn noodzakelijk om personen behorende tot de doelgroep in het buitenland te kunnen traceren.
Categorie 58
De historische gegevens over verblijfplaats kunnen van belang zijn voor de patiëntenadministratie bijvoorbeeld voor een eenduidige identificatie van een patiënt, ter voorkoming van dubbele inschrijvingen. De buitenlandse adresgegevens kunnen van belang zijn voor het terugroepen van personen (bijvoorbeeld in verband met ontdekte defecten aan implantaten).
Categorie 09
Gegevens over een kind van een patiënt zijn noodzakelijk in het geval van vertegenwoordiging van een meerderjarige patiënt die niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen, door zijn/haar kind.
Categorie 11
Het gegeven ‘11.33.10 Indicatie curatele register’ is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of een patiënt zijn/haar eigen belangen kan behartigen.
De gegevens ‘11.32.10 Indicatie gezag minderjarige’ en ‘11.85.10 Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding’ worden verstrekt om, in combinatie met de gegevens ‘02.62.10 Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder1’, ‘03.62.10 Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder2’, ‘02.81.20 Aktenummer van de akte waaraan gegevens over ouder1 ontleend zijn’ en ‘03.81.20 Aktenummer van de akte waaraan gegevens over ouder2 ontleend zijn’ vast te kunnen stellen wie de wettelijke vertegenwoordiger is van minderjarige patiënt is.
Indien bij het gegeven ‘11.32.10’ een waarde staat ingevuld, en deze waarde is ‘1’ of ‘2’, dan kan in combinatie met het gegeven ‘11.85.10’, waarin staat wanneer de gezagsverhouding is ingegaan, naar het gegeven ‘02.62.10’/’03.62.10’ worden gekeken, waaruit blijkt wanneer het juridische ouderschap is ingegaan. Indien deze datums overeenkomen, of wanneer het gezag is ingegaan na het ingaan van het juridische ouderschap, is dit een indicatie dat de ouder gezag heeft. Indien bij het gegeven ‘11.32.10’ de waarde ‘D’ is ingevuld, betekent dit dat een derde het gezag heeft. Op basis hiervan moet het ziekenhuis het gezagsregister inzien, om te bepalen wie het gezag heeft.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het ziekenhuis tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het ziekenhuis om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis.
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 24 januari 2014, met kenmerk 2014-0000038932, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de volgende wijzigingen in de autorisatie van het ziekenhuis.
Met dit autorisatiebesluit zijn de doelgroepen, taakomschrijving en de gegevenssets herzien.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.