2024
Inhoudsopgave
1 |
Inleiding |
1 |
1.1 Achtergrond |
1 |
|
1.2 Beschikbaar budget |
2 |
|
1.3 Indieningsdeadline(s) |
2 |
|
2 |
Doel |
2 |
2.1 Doelstelling van het programma |
2 |
|
2.2 Maatschappelijke impact |
2 |
|
3 |
Voorwaarden voor aanvragers |
2 |
3.1 Wie kan aanvragen |
3 |
|
3.2 Wat kan worden aangevraagd |
5 |
|
3.3 Het opstellen en indienen van de aanvraag |
5 |
|
3.4 Indieningsvoorwaarden |
6 |
|
3.5 Subsidievoorwaarden |
6 |
|
4 |
Beoordelingsprocedure |
8 |
4.1 De San Francisco Declaration (DORA) |
8 |
|
4.2 Procedure |
9 |
|
4.3 Criteria |
11 |
|
5 |
Subsidieverplichtingen |
12 |
5.1 Aanvullende voorwaarden |
12 |
|
6 |
Contact en overige informatie |
13 |
6.1 Contact |
13 |
|
6.2 Overige informatie |
15 |
|
7 |
Bijlagen |
15 |
7.1 Toelichting op budgetmodules |
15 |
|
7.2 Indexering |
16 |
In deze Call for proposals leest u hoe de aanvraagprocedure is ingericht voor de subsidieronde ‘Promoties in de Geesteswetenschappen 2025’. Deze Call for proposals valt onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
U vindt in deze Call for proposals achtereenvolgens informatie over het doel van dit programma (hoofdstuk 2), de voorwaarden voor de subsidieaanvraag (hoofdstuk 3) en hoe uw aanvraag wordt beoordeeld (hoofdstuk 4). Deze informatie heeft u nodig om een aanvraag voor subsidie te kunnen indienen. In hoofdstuk 5 vindt u de subsidieverplichtingen die van toepassing zijn in geval van toewijzing. In hoofdstuk 6 staan de contactgegevens en in hoofdstuk 7 de bijlagen.
De commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen (kortweg de Commissie-Cohen) heeft in haar rapport uit 2008 getiteld ‘Duurzame Geesteswetenschappen’ negen aanbevelingen gedaan om een duurzame toekomst voor de geesteswetenschappen te waarborgen. Het zogenoemde Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen bevat onder andere het voorstel om meer kansen te bieden aan onderzoekstalent binnen deze vakgebieden. De subsidieronde Promoties in de Geesteswetenschappen is een gezamenlijk initiatief van het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en NWO om het aantal promotieplaatsen binnen de geesteswetenschappelijke faculteiten te vergroten.
– Een evaluatie van de voorgestelde wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact zal onderdeel uitmaken van de beoordeling van het tweede criterium ‘kwaliteit van het onderzoeksvoorstel’ (zie paragraaf 4.3.1).
– In lijn met NWO-breed beleid ter stimulering van het aandeel vrouwen in de wetenschap zal voortaan, indien een ex aequo-situatie zich voordoet op de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens, een aanvraag ingediend voor een vrouwelijke kandidaat als hoogste eindigen (zie paragraaf 4.2.6).
Het subsidieplafond voor deze Call for proposals bedraagt in totaal € 4.000.000. Binnen deze Call for proposals worden naar verwachting maximaal 15 aanvragen toegewezen.
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze Call for proposals met het indienen van uw aanvraag.
Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
De deadline voor het indienen van aanvragen is 25 februari 2025, voor 14:00:00 CET.
Dit hoofdstuk beschrijft de doelstelling van het programma en de maatschappelijke impact.
Het doel van het programma Promoties in de Geesteswetenschappen is om onderzoekstalent de gelegenheid te bieden een zelfstandig promotieonderzoek uit te voeren. Naar de beoogd promovendus zal in het vervolg van deze Call for proposals worden verwezen met ‘de kandidaat’.
Er wordt jaarlijks een nationale financieringsronde georganiseerd. Het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en het NWO-domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen evalueren jaarlijks het financieringsinstrument en kunnen – indien nodig en voor zover mogelijk binnen het financieringskader – besluiten om procedures, quota en/of criteria aan te passen.
Nieuwe kennis en inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken van vandaag én morgen. Denk aan de energietransitie, gezondheid en zorg, of klimaatverandering. Door interactie en afstemming tussen onderzoekers en mogelijke kennisgebruikers, neemt de kans op het toepassen van kennis toe en daarmee ook de kans op maatschappelijke impact. Maatschappelijke impact staat hier voor veranderingen die (mede) het gevolg zijn van door onderzoek gegenereerde kennis en kunde. Deze veranderingen dragen bij aan het welzijn van mens, planeet en maatschappij voor deze en toekomstige generaties. Via haar beleid op impact bevordert NWO de mogelijke bijdrage vanuit onderzoek aan maatschappelijke vraagstukken door het stimuleren van productieve interacties met maatschappelijke belanghebbenden. Zowel tijdens de ontwikkeling als in de uitvoering van het onderzoek. Dit doet zij op een manier die past bij het doel van het financieringsinstrument. NWO stimuleert onderzoekers om met een brede blik te kijken naar de mogelijke gewenste en ongewenste impact van hun onderzoek.
Afhankelijk van het doel van het financieringsinstrument kiest NWO een bijbehorende benadering die de kans op maatschappelijke impact optimaal ondersteunt. Het primaire doel van het financieringsinstrument bepaalt de keuze voor de benadering die NWO inzet om kennisbenutting in verschillende fases van het project (aanvraag, uitvoering, na afloop) te bevorderen en de inspanning die van aanvrager(s) en partners gevraagd wordt.
In dit programma wordt de Impact Outlook benadering toegepast. Onderzoekers kunnen hierbij kiezen op welk soort impact (wetenschappelijk en/of maatschappelijk) ze hun eigen focus willen leggen, en er wordt proportioneel gekeken naar wat er kan voor de overige impact.
NWO biedt een e-learning module aan die geïnteresseerden op weg kan helpen via Online impact workshops | NWO. Voor meer informatie over het kennisbenuttingsbeleid van NWO zie de website: Kennisbenutting | NWO.
Dit hoofdstuk bevat de voorwaarden die gelden voor uw subsidieaanvraag. Eerst wordt beschreven wie subsidie kan aanvragen (paragraaf 3.1) en waarvoor u subsidie kunt aanvragen (paragraaf 3.2).
Vervolgens vindt u de voorwaarden voor het opstellen en indienen van de aanvraag (paragrafen 3.3 en 3.4) en specifieke subsidievoorwaarden (paragraaf 3.5).
Alleen aanvragen waarvan de hoofddiscipline (zoals vermeld in de aanvraag) tot de geesteswetenschappen behoort, komen in aanmerking voor deze subsidie. Dit betekent dat aanvragen met een hoofddiscipline uit de volgende vakgebieden binnen dit programma mogen worden ingediend:
– Archeologie
– Area studies
– Computers en geesteswetenschappen (digital humanities)
– Filosofie
– Gender studies
– Geschiedenis
– Kunst en architectuur
– Muziek, theater, uitvoerende kunsten en media
– Religiewetenschappen en theologie
– Taal en literatuur
– Taalkunde
– Wetenschapsgeschiedenis
Aanvragen met een hoofddiscipline uit andere dan bovenstaande vakgebieden komen niet in aanmerking voor deze subsidie en mogen niet worden ingediend.
Aanvragen kunnen enkel worden ingediend voor kandidaten die zijn geselecteerd door de decanen van de geesteswetenschappelijke faculteiten van de volgende universiteiten:
– Erasmus Universiteit Rotterdam
– Open Universiteit
– Protestantse Theologische Universiteit
– Radboud Universiteit Nijmegen
– Rijksuniversiteit Groningen
– Theologische Universiteit Apeldoorn
– Theologische Universiteit Utrecht
– Universiteit Leiden
– Universiteit Maastricht
– Universiteit Utrecht
– Universiteit van Amsterdam
– Universiteit van Aruba
– Universiteit van Curaçao
– Universiteit van St. Maarten
– Universiteit van Tilburg
– Universiteit voor Humanistiek
– Vrije Universiteit Amsterdam
Onderzoekers mogen een aanvraag indienen als zij in vaste dienst zijn (en derhalve een bezoldigd dienstverband voor onbepaalde tijd hebben) of een tenure track overeenkomst hebben bij een geesteswetenschappelijke faculteit van één van bovenstaande universiteiten. Hoogleraren, universitair hoofddocenten, universitair docenten en andere onderzoekers met een vergelijkbare aanstelling1 die optreden als dagelijks begeleider van de kandidaat kunnen zich opgeven als hoofdaanvrager. Personen met een nul uren-arbeidsovereenkomst of met een dienstverband voor bepaalde tijd (anders dan een tenure track) zijn uitgesloten van indiening.
Het kan voorkomen dat de tenure track overeenkomst van de hoofd- en/of medeaanvrager eindigt vóór de beoogde afrondingsdatum van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, of dat vóór die datum het vaste dienstverband van de hoofd- en/of medeaanvrager eindigt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In dat geval voegt de hoofd- en/of medeaanvrager een verklaring van diens werkgever bij,2 waarin de betreffende onderzoeksorganisatie garandeert dat het project en alle op het project werkzame personen voor wie subsidie wordt aangevraagd adequaat zullen worden begeleid voor de volledige duur van het project.
Hoofd- en/of medeaanvragers met een deeltijd dienstverband dienen garant te staan voor adequate begeleiding van de kandidaat.
Facultaire selectie:
De interne selectie van de kandidaten en het indienen van de aanvragen van een beperkt aantal kandidaten bij NWO (zie de verdeelsleutel hieronder) is de verantwoordelijkheid van de decanen van de betrokken faculteiten. Elke faculteit is verantwoordelijk voor het organiseren van een open en transparante voorselectieprocedure om te bepalen welke aanvragen er bij NWO kunnen worden
ingediend.
Een kandidaat mag niet betrokken zijn bij meer dan één aanvraag per financieringsronde: een kandidaat kan dus niet door verschillende universiteiten tegelijk worden genomineerd.
Elke decaan stuurt NWO een brief (vóór 25 februari 2025) waarin staat welke aanvragen door hun faculteit zijn geselecteerd en hoe de voorselectie is georganiseerd. In dezelfde brief moet de matching van 20% van het aangevraagde budget voor alle in te dienen aanvragen door de decaan worden bevestigd.3
Verdeelsleutel:
Voor het indienen van aanvragen is een verdeelsleutel opgesteld die gebaseerd is op de omvang van elke faculteit. Het maximum aantal fte dat jaarlijks door de decaan van de betreffende faculteit bij NWO voor financiering kan worden ingediend, staat in onderstaande tabel.
Zoals in deze tabel aangegeven, mogen universiteiten met een levensbeschouwelijke of religieuze grondslag in totaal één aanvraag indienen. In dit geval is het Landelijk Netwerk van
Levensbeschouwelijke Universiteiten (NLU) verantwoordelijk voor het uitvoeren van de interne selectieronde. Daarnaast mogen tevens de universiteiten van Aruba, Curaçao en St. Maarten in totaal één aanvraag indienen. De rectoren van deze universiteiten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de interne selectieronde.
De verdeelsleutel is niet van toepassing op de uiteindelijke toekenning van de aanvragen.
Indien het maximum aantal fte dat bij NWO mag worden ingediend door een universiteit wordt overschreden, dient de decaan in een afzonderlijke brief vóór de indieningsdeadline een garantie te verstrekken waarin wordt verklaard dat voor deze specifieke aanvraag aanvullende middelen zullen worden gematcht. Indien deze specifieke aanvraag wordt geselecteerd voor financiering, geldt de matchingverplichting (onafhankelijk van het totale aantal projecten dat door die universiteit wordt gefinancierd).
Universiteit |
Totaal voor promovendi aan te vragen fte1 |
---|---|
Universiteit van Amsterdam |
4.5 |
Universiteit Utrecht |
4.5 |
Rijksuniversiteit Groningen |
4.5 |
Universiteit Leiden |
4.5 |
Radboud Universiteit Nijmegen |
4.5 |
Vrije Universiteit Amsterdam |
4.5 |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
3 |
Universiteit van Tilburg |
3 |
Universiteit Maastricht |
3 |
Open Universiteit Theologische Universiteit Utrecht |
1 1 |
Theologische Universiteit Apeldoorn Protestantse Theologische Universiteit Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Aruba Universiteit van Curaçao Universiteit van St. Maarten |
|
1 |
|
Totaal |
39 fte |
Aanvullende voorwaarden:
– Als de hoofdaanvrager niet de promotor is (maar de dagelijks begeleider), dan moet de promotor als medeaanvrager in ISAAC worden geregistreerd en – net als de hoofdaanvrager – de aanvraag ondertekenen. In alle andere gevallen is het niet toegestaan om medeaanvragers te registreren in ISAAC. Om deze reden geldt een maximum van slechts één medeaanvrager (d.w.z. de promotor, mocht daar sprake van zijn).
– Hoofd- en/of medeaanvragers mogen meerdere aanvragen indienen, mochten deze allemaal geselecteerd worden door de decaan van de geesteswetenschappelijke faculteit in kwestie. Het is in dat geval echter cruciaal dat de hoofd- en/of medeaanvrager voldoende aandacht en tijd heeft voor het adequaat begeleiden van deze promovendi; deze begeleiding mag niet gecompromitteerd worden.
– Kandidaten die al eerder zijn gepromoveerd – ongeacht binnen welk veld – komen niet in aanmerking voor deze beurs.
– Kandidaten moeten een (onderzoeks)master hebben afgerond vóór 1 september 2025.4
De hoofdaanvrager dient de aanvraag in via ISAAC, het elektronische indiensysteem van NWO. Tijdens het beoordelingsproces communiceert NWO met de hoofdaanvrager.
Na toewijzing van een aanvraag wordt de hoofdaanvrager projectleider en aanspreekpunt voor NWO. De onderzoeksorganisatie van de hoofdaanvrager is hoofdbegunstigde en wordt penvoerder.
Medeaanvragers hebben een actieve rol bij de uitvoering van het project. De (deel)projectleider(s) en begunstigde(n) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het gehele project.
Per project is maximaal € 264.920 subsidie aan te vragen.5 De looptijd van het voorgestelde project is 48 of 60 maanden. De hoofdaanvrager en eventuele medeaanvrager kunnen kosten opvoeren voor personeel, materieel en kennisbenutting. De beschikbare budgetmodules (inclusief de maximale bedragen) staan hieronder vermeld. Vraag alleen datgene aan wat essentieel is om het project uit te voeren. De tarieven en een toelichting op deze budgetmodules staan in bijlage 7.
Financiering kan worden aangevraagd voor alle project-specifieke materiële kosten. Voor deze kosten geldt een maximum van € 8.000.
Binnen het materieel kan ook financiering worden aangevraagd voor activiteiten die bevorderen dat kennis uit het onderzoek wordt benut,6 om zo de maatschappelijke impact van het onderzoek te
vergroten. Het is niet verplicht om van deze module gebruik te maken.
Voor het opstellen van uw aanvraag doorloopt u de volgende stappen:
– Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (op de website van het betreffende financieringsinstrument);
– Vul het aanvraagformulier in;
– Sla het formulier op als pdf en dien het met de eventueel verplichte bijlage(n) in ISAAC in;
– Vul de online in ISAAC gevraagde gegevens in.
Verplichte bijlage(n):
– Begroting;
– Alleen indien de kandidaat nog niet is afgestudeerd op het moment van indienen, maar naar verwachting vóór 1 september 2025 zal afstuderen: een ondertekende verklaring van de masterscriptie-begeleider met de verwachte afstudeerdatum van de kandidaat.
Optionele bijlage(n) uitsluitend:
– Verklaring aanstelling en projectbegeleiding (verplicht indien van toepassing, zie paragraaf 3.1).
De bijlage dient conform het door NWO aangeboden template opgesteld te worden. Bijlagen dienen los van de aanvraag in ISAAC geüpload te worden. Alle bijlagen, met uitzondering van de begroting, dienen als pdf-bestand (zonder beveiliging) te worden ingediend. De begroting moet als Excel-bestand worden ingediend in ISAAC. Andere bijlagen dan hierboven vermelde bijlagen zijn niet toegestaan.
Het is verplicht uw aanvraag in het Engels op te stellen.
Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. U bent als hoofdaanvrager verplicht een aanvraag via het eigen persoonlijke ISAAC-account in te dienen.
Het is belangrijk om tijdig te beginnen met uw aanvraag in ISAAC:
– Indien u nog geen ISAAC-account heeft, dient deze op tijd te worden aangemaakt om eventuele aanmeldproblemen te voorkomen;
– Nieuwe onderzoeksorganisaties moeten eventueel nog door NWO toegevoegd worden aan ISAAC;
– U moet ook online nog gegevens invoeren.
Aanvragen die na de deadline worden ingediend, neemt NWO niet in behandeling.
Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie contact (hoofdstuk 6).
NWO gaat er vanuit dat de aanvrager de onderzoeksorganisatie waar zij/hij werkzaam is heeft geïnformeerd over het indienen van de aanvraag en dat de onderzoeksorganisatie de
subsidievoorwaarden van deze Call for proposals aanvaardt.
NWO toetst uw aanvraag op alle in deze Call for proposals gestelde voorwaarden, inclusief onderstaande voorwaarden. Alleen als uw aanvraag aan deze voorwaarden voldoet, wordt deze toegelaten tot de beoordelingsprocedure. U wordt gevraagd om na indiening van een aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele administratieve correcties door te voeren en zo (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening.
Deze voorwaarden zijn:
– De hoofdaanvrager, eventuele medeaanvrager en de kandidaat voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in paragraaf 3.1;
– De aanvraag voldoet aan de DORA-richtlijnen zoals beschreven in paragraaf 4.1;
– De aanvraag is ingediend via het ISAAC-account van de hoofdaanvrager;
– De aanvraag is ontvangen voor de gestelde deadline;
– De aanvraag is in het Engels opgesteld;
– De begroting in de aanvraag is volgens de voorwaarden van deze Call for proposals opgesteld (gebruikmakend van het beschikbaar gestelde format dat de meest recente tarieven bevat);
– Het voorgestelde project heeft een duur van 48 maanden (bij aanvraag van 1,0 fte per jaar) of 60 maanden (bij aanvraag van 0,8 fte per jaar);
– Alle vereiste bijlagen zijn, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, compleet en volgens de instructies ingevuld en conform de voorwaarden van deze Call for proposals opgesteld en ingediend.
Op alle aanvragen zijn de NWO Subsidieregeling en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.
Wetenschap van wereldklasse kan profiteren van internationale samenwerking. De Nationale leidraad kennisveiligheid (hierna: de Leidraad) helpt kennisinstellingen ervoor te zorgen dat internationale samenwerking veilig kan plaatsvinden. Bij kennisveiligheid gaat het om ongewenste overdracht van gevoelige kennis en technologie die de nationale veiligheid aantast; om heimelijke beïnvloeding van onderwijs en onderzoek door statelijke actoren, en daarmee de academische vrijheid en de sociale veiligheid in gevaar brengt; en om ethische kwesties die kunnen spelen in de samenwerking met landen die de grondrechten niet respecteren.
Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om na te gaan of het project in lijn is en blijft met de Leidraad. Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan de overwegingen in deze Leidraad. In geval van het vermoeden van schending van de Leidraad bij een bij NWO ingediende aanvraag voor projectfinanciering of een door NWO gefinancierd project, kan NWO de aanvrager verzoeken om een risicoafweging te overleggen waaruit blijkt dat de overwegingen uit de Leidraad zijn gevolgd. Indien de aanvrager niet aan het verzoek van NWO voldoet of als de risicoafweging klaarblijkelijk een schending van de Leidraad behelst, kan dit gevolgen hebben voor de subsidieverlening of vaststelling door NWO. Ook kan NWO in een voorkomend geval nadere voorwaarden opnemen in de toewijzingsbrief.
De Nationale leidraad kennisveiligheid vindt u op de website van de rijksoverheid: Home | Loket Kennisveiligheid.
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan aan de hand van de datamanagementparagraaf in de aanvraag, en het datamanagementplan na toewijzing van subsidie.
Datamanagementparagraaf
De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de aanvraag. Onderzoekers wordt gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.
De datamanagementparagraaf wordt niet beoordeeld en daarom ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al dan niet toe te wijzen. De commissie kan wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf.
Het project dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van deze normen bij een door NWO gefinancierd project, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: Wetenschappelijke integriteit | NWO.
Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om na te gaan of voor de uitvoering van het voorgestelde project een ethische verklaring of vergunning noodzakelijk is. De aanvrager dient er voor te zorgen dat deze tijdig wordt verkregen bij de relevante instelling of ethische commissie. Het wel of niet hebben van een ethische verklaring of vergunning op het moment van het aanvraagproces heeft geen invloed op de beoordeling van de aanvraag. Bij toewijzing wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de benodigde ethische verklaring of vergunning vóór de uiterste startdatum van het project is verkregen. Het project kan pas starten nadat NWO een kopie van de ethische verklaring of vergunning heeft ontvangen.
Het Nagoya Protocol zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (Home - ABS Focal Point). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.
Universiteiten die via de verdeelsleutel uitkomen op een overgebleven 0,5 fte,7 mogen 10% extra aan personeelskosten financieren om dit op te hogen naar 1,0 fte. Dit moet duidelijk worden vermeld in het budgetformulier.
Dit hoofdstuk beschrijft allereerst de beoordeling volgens de DORA-principes (paragraaf 4.1) en hoe de beoordelingsprocedure verloopt (paragraaf 4.2). Vervolgens somt het de criteria op waaraan de beoordelingscommissie uw aanvraag toetst (paragraaf 4.3).
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en betrokken NWO- medewerkers is de NWO Code Persoonlijke Belangen van toepassing (Code persoonlijke belangen | NWO).
NWO streeft naar een inclusieve cultuur, waarin geen plaats is voor bewuste of onbewuste barrières vanwege culturele, etnische of religieuze achtergrond, gender, seksuele oriëntatie, gezondheid of leeftijd (Diversiteit en inclusie | NWO). NWO stimuleert leden van een beoordelingscommissie actief om zich bewust te worden van impliciete associaties en te proberen deze te minimaliseren. NWO voorziet hen van informatie over concrete manieren om de beoordeling van een aanvraag te verbeteren.
NWO is ondertekenaar van de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA). DORA is een wereldwijd initiatief dat beoogt de manier waarop onderzoek en onderzoekers worden beoordeeld te verbeteren. DORA bevat aanbevelingen voor onderzoeksfinanciers, onderzoeksinstellingen, wetenschappelijke tijdschriften en andere partijen.
DORA richt zich op het terugdringen van het onkritisch gebruik van bibliometrische indicatoren en het wegnemen van onbewuste vooringenomenheid (unconscious bias) bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers. Overkoepelende filosofie van DORA is dat onderzoek moet worden beoordeeld op zijn eigen kwaliteiten en verdiensten in plaats van op basis van afgeleide indicatoren, zoals het tijdschrift waarin het onderzoek wordt gepubliceerd.
NWO gaat bij het beoordelen van het wetenschappelijk track record van aanvragers uit van een brede definitie van wetenschappelijke output.
NWO verzoekt commissieleden bij de beoordeling van aanvragen niet af te gaan op indicatoren als de Journal Impact Factor of de h-index. U mag deze niet vermelden in uw aanvraag. Wel mag u naast publicaties ook andere wetenschappelijk producten te vermelden, zoals datasets, patenten, software en code enzovoort.
Voor meer informatie over wat NWO doet om de principes van DORA te implementeren zie: DORA | NWO.
De aanvraagprocedure bestaat uit de volgende stappen:
– Indiening van de aanvraag;
– In behandeling nemen van de aanvraag;
– Preadvisering beoordelingscommissie;
– Interview;
– Vergadering van de beoordelingscommissie;
– Besluitvorming.
Voor deze Call for proposals wordt een externe, onafhankelijke beoordelingscommissie ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers uit de wetenschap met kennis van het vakgebied. De taak van de beoordelingscommissie is om de ingediende aanvragen en de daarop betrekking hebbende stukken in onderlinge samenhang en op eigen merites te beoordelen op basis van de gegeven beoordelingscriteria in deze Call for proposals.
De beoordelingscommissie bestaat uit leden afkomstig uit verschillende disciplines binnen de geesteswetenschappen. In principe heeft de beoordelingscommissie tien leden, die worden voorgelegd aan het Programmabureau Duurzame Geestestwetenschappen en worden benoemd door NWO. De beoordelingscommissie wordt voorgezeten door een technisch voorzitter die zelf niet deelneemt aan de beoordeling. Indien leden van de beoordelingscommissie uit de vorige ronde worden benoemd voor de huidige ronde, zullen zij niet meer dan twee derde van de beoordelingscommissie uitmaken.
Vanwege de in de beoordelingscommissie aanwezige expertise en de geringe omvang van de subsidie, heeft NWO besloten om bij de beoordeling van de aanvragen gebruik te maken van de mogelijkheid gegeven in artikel 2.2.4, lid 2, van de NWO Subsidieregeling, om de beoordelingsprocedure uit te voeren zonder referenten in te schakelen.
Voor indiening van de aanvraag is een standaardformulier beschikbaar op de financieringspagina van deze Call for proposals op de NWO website. In uw aanvraag moet u zich houden aan de vragen die in dit formulier staan en aan de werkwijze die in de toelichting staat. Ook moet u zich houden aan de voorwaarden voor het maximale aantal woorden en pagina’s.
Uw volledig ingevulde aanvraagformulier moet voor de deadline via ISAAC zijn ontvangen (zie paragraaf 1.3). Na dit tijdstip kunt u geen aanvraag meer indienen. De hoofdaanvrager ontvangt na indiening van de aanvraag een ontvangstbevestiging.
Zo snel mogelijk nadat u uw aanvraag heeft ingediend, hoort u of NWO uw aanvraag in behandeling neemt. NWO bepaalt dit aan de hand van een aantal administratief-technische criteria (zie de formele voorwaarden voor indiening, paragraaf 3.4). Alleen als uw aanvraag hieraan voldoet, kan NWO deze in behandeling nemen.
Houdt er rekening mee dat NWO u binnen twee weken na de indieningsdeadline kan benaderen om eventuele administratieve correcties door te voeren om (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening. U krijgt één keer de gelegenheid om de correcties door te voeren, hiervoor krijgt u vijf werkdagen de tijd.
Hierna wordt uw aanvraag voor commentaar voorgelegd aan enkele leden van de beoordelingscommissie (de preadviseurs). De preadviseurs geven schriftelijk een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op de aanvraag. Zij formuleren dit commentaar aan de hand van de inhoudelijke beoordelingscriteria (zie paragraaf 4.3.1) en geven de aanvraag per beoordelingscriterium een cijfermatige score. Hierbij wordt de NWO scoretabel gehanteerd (op een schaal van 1 tot 9, waarbij ‘1’ excellent is en ‘9’ ontoereikend).
Alle kandidaten zullen worden uitgenodigd voor een interview.
Minimaal één week voorafgaand aan het interview zal de hoofdaanvrager worden geïnformeerd over de commissiesamenstelling. Tevens zal de hoofdaanvrager op dat moment op de hoogte worden gebracht van welke onderwerpen – op basis van de preadviezen – hoogstwaarschijnlijk aan bod zullen komen tijdens het interview.
Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen. De kandidaat kan hier tijdens het interview in de discussie met de beoordelingscommissie op reageren. Op deze wijze wordt hoor- en wederhoor toegepast. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan leiden tot bijstelling van de beoordeling en de score van de aanvraag tot dan toe.
De beoordelingscommissie maakt op basis van het beschikbare materiaal een eigen afweging. Hierbij geldt dat de preadviezen in belangrijke mate richtinggevend zijn voor de uiteindelijke beoordeling, maar niet per se onverkort worden overgenomen door de beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie weegt de argumenten van de preadviseurs (ook onderling) en bekijkt of tijdens het interview een goede reactie is geformuleerd op de vragen die door de commissie zijn gesteld.
De beoordelingscommissie stelt naar aanleiding van de bespreking een schriftelijk advies op aan het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen. Dit advies baseert zij op de beoordelingscriteria. De aanvraag als geheel moet tenminste de kwalificatie ‘zeer goed’ krijgen om in aanmerking te komen voor de subsidie. Daarnaast moet de aanvraag tevens op elk van de afzonderlijke beoordelingscriteria tenminste de kwalificatie ‘goed’ krijgen. Voor meer informatie over de kwalificaties zie NWO | Financiering aanvragen, hoe werkt dat?.
Als na de bespreking van de aanvragen blijkt dat twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen totaalscore niet van elkaar te onderscheiden zijn, dan is er sprake van een ex aequo-situatie (zie
paragraaf 4.2.6).
Onder ex aequo verstaat NWO de situatie waarin twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen score niet van elkaar te onderscheiden zijn. Een ex aequo-situatie is relevant rondom de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Of er sprake is van een ex aequo-situatie wordt als volgt bepaald.
Het uitgangspunt is de door de beoordelingscommissie opgestelde prioritering, met eindscores afgerond op 2 decimalen. De referentiescore is de score van de laagst geprioriteerde aanvraag binnen de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Alle aanvragen met een score die 0,05 of minder van de referentiescore afliggen, worden in overweging genomen. Zo worden de aanvragen geselecteerd die binnen 0,10 gelijk zijn. Indien een ex aequo-situatie zich voordoet op de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens, dan zal ter stimulering van het aandeel vrouwen in de wetenschap de aanvraag ingediend voor een vrouwelijke kandidaat als hoogste eindigen.8 Indien de ex aequo- situatie niet wordt opgelost via deze procedure, dan neemt de commissie de verdeling van aanvragen over de verschillende disciplines in overweging.9
Als de ex aequo-situatie ook daarmee niet wordt doorbroken, zal de aanvraag met de hoogste score op het criterium ‘kwaliteit van het onderzoeksvoorstel’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen bepaalt de beoordelingscommissie met behulp van een (anonieme) meerderheidsstemming de prioritering (conform artikel 2.2.6, vijfde lid van de NWO Subsidieregeling). Als ook stemming geen uitsluitsel biedt, of niet gewenst is, wordt de ex aequo-situatie doorgestuurd naar het besluitnemend orgaan.
Tot slot toetsen het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen en het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen de gevolgde procedure en het advies van de beoordelingscommissie. Wanneer zowel het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen als het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen tot dezelfde voorlopige beslissing zijn gekomen, stellen zij de definitieve kwalificaties vast, en bevestigt het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen het besluit over toe- en afwijzing van de aanvragen.
Hieronder treft u het tijdpad aan voor deze Call for proposals. Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdpad van deze Call for proposals aan te brengen. Uiteraard ontvangt u hierover op tijd bericht.
Oktober 2024 |
Het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen publiceren de Call for proposals. |
Vóór 25 februari 2025, 14:00:00 CET |
De decanen1 informeren NWO per brief over de door hun faculteit geselecteerde aanvragen. |
Vóór 25 februari 2025, 14:00:00 CET |
De hoofdaanvragers dienen de door de respectievelijke faculteiten geselecteerde aanvragen in bij NWO via ISAAC. |
Eind februari/begin maart 2025 |
NWO bepaalt de ontvankelijkheid van de ingediende aanvragen en informeert de hoofdaanvragers hierover. |
Eind april 2025 |
De commissie bespreekt de aanvragen en stelt onderwerpen vast voor elk interview, waar de hoofdaanvragers over worden geïnformeerd. |
Midden mei 2025 |
De commissie interviewt alle kandidaten en stelt een schriftelijke aanbeveling op. |
Eind juni 2025 |
Het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen nemen het besluit. |
Begin juli 2025 |
Hoofdaanvragers worden geïnformeerd over het besluit van het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en het NWO Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen. |
1 oktober 2025 |
Uiterlijke startdatum van voorgesteld promotieonderzoek. |
De aanvragen die binnen deze Call for proposals worden ingediend worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
1. Kwaliteit van de PhD-kandidaat (50%).
2. Kwaliteit van het onderzoeksvoorstel (50%).
1. Kwaliteit van de PhD-kandidaat
De volgende indicatoren zullen worden meegenomen in de beoordeling:
– Opleidingen, honours, prijzen, (reis)beurzen, output, relevante academische activiteiten;
– Motivatie voor het verrichten van academisch onderzoek;
– (Andere) ervaring relevant voor het uitvoeren van het voorgestelde promotieonderzoek;
– Overtuigingskracht.
2. Kwaliteit van het onderzoeksvoorstel
De volgende indicatoren zullen worden meegenomen in de beoordeling:
– Wetenschappelijke relevantie;
– Originaliteit en innovatief karakter van de doelstellingen en methodologie;
– Helderheid van de voorgestelde onderzoeksvraag; uitwerking in sub-vragen;
– Geschiktheid van de gekozen aanpak en methodologie voor de gestelde doelstellingen;
– Haalbaarheid van het werkplan;
– Adequate institutionele inbedding en samenstelling van het begeleidingsteam van de kandidaat;
– Wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact van het voorgestelde onderzoek.
Toelichting wetenschappelijke en maatschappelijke impact:
Aanvragers hebben de keuze om in het onderzoeksvoorstel te focussen op het bereiken van wetenschappelijke impact, maatschappelijke impact, of een combinatie daarvan.
Onder wetenschappelijke impact valt, onder andere:
– de potentie en relevantie van de onderzoeksresultaten voor het eigen en aanverwante vakgebied(en);
– de potentie en relevantie van de onderzoeksresultaten voor het bredere wetenschapsveld;
– de strategie met betrekking tot de disseminatie en/of implementatie van de onderzoeksresultaten.
Onder maatschappelijke impact valt, onder andere:
– de toegevoegde waarde van het project voor maatschappelijke impact;
– de potentie voor maatschappelijke impact op de korte en lange termijn;
– een visie op en strategie aangaande de manier(en) waarop het voorgestelde onderzoek tot maatschappelijke impact kan leiden.
Naast bovenstaande weegt de beoordelingscommissie ook mee:
– de motivering voor de focus op wetenschappelijke impact en/of maatschappelijke impact;
– indien de focus primair op wetenschappelijke impact ligt: op welke manier tijdens de looptijd van het project proportionele aandacht gegeven wordt aan het vergroten van (onvoorziene) kansen voor maatschappelijke impact;
– indien de focus primair op maatschappelijke impact ligt: op welke manier tijdens de looptijd van het project proportionele aandacht gegeven wordt aan het vergroten van (onvoorziene) kansen voor wetenschappelijke impact.
Het is mogelijk een goede beoordeling te krijgen voor dit onderdeel als de focus van het voorstel ligt op wetenschappelijke impact, als de focus ligt op maatschappelijke impact, of als de focus verspreid is over beide vormen van impact. De beoordeling van dit onderdeel is onafhankelijk van de gekozen focus; de ene vorm van impact is niet beter of minder dan de andere.
In dit hoofdstuk worden de verschillende subsidieverplichtingen toegelicht die – in aanvulling op de in paragraaf 3.5 genoemde subsidievoorwaarden – van toepassing zijn na toewijzing.
Na toewijzing van een aanvraag dient de aanvrager de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de referenten en commissie. De aanvrager beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de onderzoeksorganisatie waar het project wordt uitgevoerd NWO beoordeelt het plan zo snel mogelijk. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.
Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: Research datamanagement | NWO.
Met betrekking tot de intellectuele eigendom (IE) geldt het NWO IE-beleid. Het NWO IE-beleid is te vinden in hoofdstuk 4 van de NWO Subsidieregeling.
Aanvragers moeten een door NWO gefinancierd project uitvoeren in de tijd dat ze voor de onderzoeksorganisatie werken. Indien een aanvrager of een door NWO gefinancierde onderzoeker bij meerdere werkgevers is aangesteld, dient de andere werkgever ten behoeve van de aanvrager afstand te doen van eventuele IE-rechten die uit het project voortvloeien.
Uit het project kan kennis voortkomen die geschikt is voor toepassing in de maatschappij. Bij het aangaan van afspraken over licentie- en/of overdracht van onder deze Call for proposals ontwikkelde onderzoeksresultaten dient rekening te worden gehouden met de tien principes voor maatschappelijk verantwoord licentiëren, zoals opgenomen in het NFU rapport “Maatschappelijk Verantwoord Licenseren”.
NWO heeft de Berlin Declaration (2003) ondertekend en is lid van cOAlitie S (2018) en zet zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (Open Access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek Open Access beschikbaar te maken.
Wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toewijzingen voortvloeiend uit deze Call for proposals dienen daarom Open Access beschikbaar te zijn volgens de Beleidsregel Open Access.
Wetenschappelijke artikelen
Voor wetenschappelijke artikelen geldt dat zij direct op het moment van publicatie (zonder embargo) Open Access beschikbaar gesteld moeten worden via één van de volgende routes:
– Publicatie in een volledig open access tijdschrift of platform dat is geregistreerd in de DOAJ;
– Publicatie in een abonnementstijdschrift en het deponeren van tenminste de auteursversie van het artikel in een Open Access repository die is geregistreerd in OpenDOAR;
– Publicatie in een tijdschrift waarvoor een transformatieve Open Access overeenkomst beschikbaar is tussen de UNL en een uitgever. Zie daarover: Home | Open access.
Boeken
Voor boeken, boekhoofdstukken en bundels gelden afwijkende voorwaarden. Zie daarover de Beleidsregel Open Access op Open Science | NWO.
CC BY licentie
Met het oog op een optimale verspreiding van publicaties moet tenminste een Creative Commons (CC BY) licentie worden toegepast. Bij de aanwezigheid van zwaarwegende belangen kan de auteur verzoeken om te publiceren onder toepassing van een CC BY-ND licentie. Voor boeken, bundels en boekhoofdstukken staat de keuze van een CC BY licentie vrij.
Kosten
Eventuele kosten voor publiceren in volledig Open Access tijdschriften kunnen worden begroot in de projectbegroting door gebruikmaking van de budgetmodule ‘materieel’. Kosten voor publicaties in hybride tijdschriften komen niet in aanmerking voor vergoeding door NWO. Voor Open Access boeken kan een beroep gedaan worden op het aparte NWO Open Access boekenfonds.
Voor een nadere toelichting op het Open Access beleid van NWO zie: Open Science | NWO.
Voor inhoudelijke vragen over deze Call for proposals neemt u contact op met:
Charlotte van Bergen
T: +31 70 349 44 61
E: pgw-sgw@nwo.nl
W (NL): https://www.nwo.nl/onderzoeksprogrammas/promoties-de-geesteswetenschappen
W (EN): https://www.nwo.nl/en/researchprogrammes/phds-in-the-humanities
Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen
t.a.v. Dennis Smit
E: secretaris@regiegeesteswetenschappen.nl
Erasmus Universiteit Rotterdam
Dr. P.C. (Patricia) Chaudron / A.S. de Rijk
Grant support
T: +31 10 408 9128 / +31 10 4081306
E: phdinthehumanities@eur.nl
Netwerk Levensbeschouwelijke Universiteiten (NLU)
Mr. drs. L. (Laura) Lancée
Universiteit voor Humanistiek
T: +31 30 239 0143
E: l.lancee@uvh.nl
Open Universiteit
Prof. dr. (Alexander) Peine
Faculty of Humanities
T: +31 45 576 2443
E: alex.peine@ou.nl
Radboud Universiteit Nijmegen
Dr. S.J.A.G. (Suzanne) van den Liefvoort
Graduate School of the Humanities
T: +31 24 361 5559
E: gshcoordinator@let.ru.nl
Rijksuniversiteit Groningen
R.L. (Rachael) Fletcher MA
Graduate School for the Humanities
T: +31 6 3198 2400
E: gsh-groningen@rug.nl
Universiteit van Amsterdam
S.C. (Sarah) Randeraad
Faculty of Humanities
T: +31 20 525 3266
E: aihr-fgw@uva.nl
Universiteit van Aruba
Dr. E.N. (Eric) Mijts
University of Aruba Research Center
T: +297 526 2223
E: eric.mijts@ua.aw
Universiteit van Curaçao
Prof. dr. E. (Liesbeth) Echteld
Faculty of Arts
T: +599 9 744 2102
E: elisabeth.echteld@uoc.cw
Universiteit Leiden
Dr. J.A. (Job) Weststrate
Faculty of Humanities
T: +31 71 527 6469
E: j.a.weststrate@hum.leidenuniv.nl
Universiteit Maastricht
N.P.M. (Nicole) Kusters
Research Support Office
T: +31 88 388 6812
E: research-fasos@maastrichtuniversity.nl
Universiteit van St. Maarten
Dr. A. (Antonio) Carmona Báez
University of St. Martin
T: +1721 5425171 ext. 1024
E: president@usm.sx
Universiteit van Tilburg
K.E. (Karlijn) Herforth MA
School of Humanities and Digital Sciences
T: +31 13 466 3273
E: K.E.Herforth@tilburguniversity.edu
Universiteit Utrecht
J. (Jennie) Weemhoff/ A. (Aad) Haverkamp
Faculty of Humanities
T: +31 30 253 6539
E: j.weemhoff@uu.nl / a.haverkamp@uu.nl
Vrije Universiteit Amsterdam
Dr. E. (Liesbeth) Geudeke
aculty of Humanities
T: +31 20 598 6468
E: e.geudeke@vu.nl
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk.
Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0) 70 34 40 600.
U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.
NWO verwerkt persoonsgegevens die zij in het kader van deze ronde ontvangt conform de NWO privacyverklaring, Privacyverklaring | NWO.
NWO kan aanvragers mogelijk benaderen voor een evaluatie van de procedure en/of het onderzoeksprogramma.
Promovendus
Een promovendus wordt 48 maanden voor 1,0 fte aangesteld. Het equivalent van 48 voltijdsmaanden, een aanstelling van 60 maanden voor 0,8 fte, is ook mogelijk. Gebruik de tarieven van een promovendus in de salaristabellen van UNL en NFU. Voor iedere promovendus is een eenmalige persoonsgebonden benchfee van € 5.000 beschikbaar ter stimulering van de wetenschappelijke carrière.
Financiering kan worden aangevraagd voor alle project-specifieke kosten met betrekking tot onder meer verbruiksgoederen, inkoop van diensten, materialen, kleine instrumenten, toegang tot (inter)nationale faciliteiten, software en onderzoeksmiddelen die na gebruik geen economische waarde meer hebben. Reis- en verblijfkosten (nationaal en internationaal) voor alle mensen die aan het project werken incl. buitenlandse gastonderzoekers, kosten voor de organisatie van (internationale) workshops en symposia, kosten voor datamanagement, publicaties, en kosten in het kader van citizen science vallen eveneens onder deze module.
Reiskosten (nationaal en internationaal) worden alleen vergoed op basis van tweede klasse/economy class tarieven. Voor publicaties gelden de bepalingen in de paragraaf 5.1.4 Open access. Kosten voor een controleverklaring kunnen alleen worden opgevoerd voor instellingen die niet onderworpen zijn aan het onderwijsaccountantsprotocol van OCW voor maximaal € 5.000 per controleverklaring.
Het is niet toegestaan om kosten op te voeren voor:
– Organisatie-infrastructuur en overhead, waaronder een volledig functionerende werkplek, huisvesting, kantoorautomatisering, personeelsadministratie, reiskosten woon-werk, opleiding, facilitair, HR-advies en bedrijfszorg, documentaire informatievoorziening en thuiswerkvergoeding.
– Het gebruik en onderhoud van in eigen beheer ontwikkelde wetenschappelijke infrastructuur.
– Reguliere onderwijsactiviteiten.
– Verzekeringskosten.
Het aangevraagde budget dient in de aanvraag adequaat gespecificeerd te worden. Gebruik voor de bepaling van de tarieven de bepalingen van Personeel en Materieel.
Het is niet verplicht om van deze module gebruik te maken. Voorbeelden van mogelijke kosten, maar niet gelimiteerd tot, zijn het maken van een lespakket, een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden, kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag of het gebruik maken van een business developer.
Het tarief op het moment van de besluitdatum is van toepassing. NWO past bij de toekenning zo nodig eenmalig ambtshalve een indexering toe van de loonkosten. Hierbij wordt de datum gehanteerd dat de tarieven ingaan. Indien de datum van bekendmaking van de tarieven later is dan de ingangsdatum, wordt de datum van bekendmaking gehanteerd. De tarieven van de Universiteiten van Nederland (UNL) gaan doorgaans in op 1 juli, van de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) op 1 augustus en van de Handleiding Overheidstarieven (HOT) op 1 januari.
Ambtshalve indexering heeft geen invloed op het subsidieplafond en het maximaal aan te vragen subsidiebedrag. Het subsidieplafond en het maximaal aan te vragen subsidiebedrag blijven ongewijzigd tijdens de beoordelingsprocedure. Bij toewijzing wordt indexering toegepast op het subsidiebedrag.
Indien cofinanciering is vereist dan wel toegestaan, heeft de ambtshalve indexering geen gevolgen voor de eisen aan eigen bijdragen en cofinanciering, noch voor de IE-rechten die uit de cofinanciering kunnen voortvloeien.
Een vergelijkbare aanstelling verwijst naar een onderzoeker die een aantoonbaar en vergelijkbaar aantal jaren ervaring heeft in het
uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en het begeleiden van junior wetenschappers als een hoogleraar, universitair hoofddocent of universitair docent.
Als een kandidaat naar verwachting vóór 1 september 2025 zal afstuderen, maar nog niet is afgestudeerd op het uiterste moment van indienen binnen deze Call (25 februari 2025; 14:00:00 CET), dan maakt een ondertekende verklaring van de masterscriptie-begeleider met de verwachte afstudeerdatum van de kandidaat onderdeel uit van de aanvraag (zie ook paragraaf 3.3).
Dit betreft het maximale bedrag dat per project vanuit NWO gesubsidieerd kan worden, dit bedrag is exclusief de 20% matching die de faculteiten per project moeten voldoen.
Alle activiteiten die worden aangevraagd onder deze budgetmodule moeten passen binnen de definitie van "Activiteiten inzake kennisoverdracht" die door de Europese Commissie wordt gehanteerd in de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PbEU 2022, C 414).
Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Leiden, Radboud Universiteit Nijmegen, Vrije Universiteit Amsterdam.
Om hiervoor in aanmerking te komen, dienen vrouwelijke kandidaten onder het kopje ‘Gender’ de categorie ‘Vrouw’ ingevuld te hebben op het aanvraagformulier.